Op een agrarisch bedrijf leven de generaties vaak letterlijk en figuurlijk dicht op elkaar. Ze kennen elkaar van haver tot gort. Generatiestrateeg Marjolein Risseeuw adviseert veel bedrijven hoe generaties werkenden vruchtbaar met elkaar kunnen samenwerken. “Je moet er wel moeite voor doen om elkaar te leren begrijpen.”
“De kunst is eigenlijk vooral om elkaars kwaliteiten te gebruiken. Onderzoek die kwaliteiten, dan kom je tot betere en meer vruchtbare samenwerking. Het is voor de jongere generatie dodelijk om te horen: ´We doen dit al dertig jaar zo en dat gaat prima, dus waarom zouden we het anders doen?´ Probeer de verschillen te omarmen. Je moet er wel moeite voor doen om elkaar te leren begrijpen.”
“Soms is het onbegrip groot of te groot. Dan versta je elkaar niet. Als het bijvoorbeeld aankomt op overleggen en beslissingen nemen, moet de oudere generatie beseffen dat de jongere een kortere spanningsboog heeft. Ga niet eindeloos lang overleggen, hou het kort en praktisch. De vader hoeft zoon of dochter vaak niet te vertellen hoe het moet; de jongere generatie haalt veel informatie van buiten. Via de opleiding komen nieuwe inzichten binnen. Ze kijken filmpjes op Instagram en andere sociale media om te leren of volgen een webinar.
Besef ook dat de jonge generatie een andere levensstijl heeft dan de oudere. De oudere generatie leeft vaak om te werken, terwijl jongeren meer werken om te leven. Op een boerderij moet natuurlijk gebeuren wat moet gebeuren, maar de jongere generatie beseft dat er ook een leven buiten het bedrijf is. Die wil ook naar een festival of tentfeest of andere dingen buitenshuis doen.”
“Zeker! Een ervaren boer kent de invloed van het weer op zijn gewassen door de jaren heen, ziet de variatie van bodemgesteldheid op percelen, ziet in een oogopslag dat een koe wat mankeert. Daar kan de jonge generatie van leren dat je ook geduld moet hebben, dat je ook naar de langere termijn moet kijken.
De jonge generatie is vaak goed in technologische vernieuwingen, gebruikt handig apps, kijkt hoe die het werk kunnen vergemakkelijken of nieuwe data kunnen genereren. Dat levert nieuwe inzichten en mogelijkheden op. Het is niet gezegd dat oudere boeren hier niet voor openstaan. Het heeft deels ook met karakter te maken: vind je nieuwe technieken interessant? Onderzoek je die graag? Of wacht je liever geduldig af tot anderen het uitgebreid hebben uitgeprobeerd?”
Jongere generatie wil graag afstemmen op basis van gelijkwaardigheid
“Als het bijvoorbeeld gaat om nieuwe technologieën, dan moet de oudere generatie toch proberen daarop in te tunen. Al is het meer het domein van de jongeren: leef je in in ICT, laat je daarin helpen door de jongeren. Die kunnen bijvoorbeeld uitleggen hoe ChatGPT werkt, welke mogelijkheden het biedt en hoe je daar als boer je voordeel mee kunt doen, bijvoorbeeld door nieuwe inzichten op te doen.
Heel belangrijk is ook dat de jongere generatie graag wil afstemmen op basis van gelijkwaardigheid. Die moet je niet op pad sturen met de boodschap: ‘Je gaat nu dit op deze manier doen en als je klaar bent, zie ik je weer.’ Jongeren willen overleggen, communiceren waarom je iets zo doet en kijken of het misschien ook anders kan. Communicatie is dus essentieel.”
“Jongeren zijn over het algemeen allergisch voor hiërarchie. Die willen gelijkwaardig worden behandeld. Op het boerenbedrijf treedt de opvolger op een gegeven moment toe tot de maatschap of vof. Dan is het belangrijk dat alle partijen een gelijkwaardige stem hebben. Je zal beslissingen moeten nemen op basis van gelijkwaardigheid, anders gaat het mis. De oudere generatie zal de opvolger het vertrouwen moeten geven dat het bedrijf bij hem straks in goede handen is. Dat zal meestal geleidelijk gebeuren.
Je ziet ook in grote bedrijven veranderingen. Rabobank is bijvoorbeeld bezig om de hiërarchische structuur af te schaffen en naar gelijkwaardige werkverhoudingen te gaan.”
Ga aan de keukentafel niet eindeloos over het werk praten
“Meestal gaan jongeren op een gegeven moment het huis uit om zelfstandig te wonen. Een opvolger blijft vaak op de boerderij wonen. Dan blijf je elkaar dagelijks en vaak zien. Het is dan belangrijk om te proberen werk en privé te scheiden. Zeker jongeren hebben daar behoefte aan: werk is werk en thuis is thuis. Dat is lastiger op een boerderij. De boer en boerin moeten proberen er thuis voor de kinderen te zijn. Ga aan de keukentafel niet eindeloos over het werk praten, maar over wat de kinderen op school of op de opleiding hebben gedaan, of nog beter: wat ze vandaag hebben ontdekt op internet.
Behalve een sterke relatie binnen het gezin zie je vaak ook een sterke relatie met leveranciers en afnemers. Ik heb eens een opdracht voor FrieslandCampina gedaan. Daar zag ik dat de betrokkenheid van de organisatie met de leden-leveranciers heel groot is. Dat vind ik mooi om te zien.”
“Twee jaar geleden was ik voor het eerst in heel lange tijd weer op de boerderij waar de broer van mijn opa vroeger boer was, in het Zeeuws-Vlaamse Schoondijke. Het gaat zeker om grote investeringen en dus om soms moeilijke afwegingen. Ook daarin is het belangrijk dat de boer en de opvolger een gelijkwaardige stem hebben. De opvolger moet immers nog decennia met het bedrijf vooruit. Maar daar kan wat spanning komen, want de jongere generatie kijkt vaak minder ver vooruit. Die is bijvoorbeeld niet zo bezig met het pensioen.”
“Het is altijd goed om bijvoorbeeld spelletjes te doen. Daarin kun je elkaar op een plezierige manier leren kennen. Ik heb zelf een generatiespel ontwikkeld. Daarmee leer je op een leuke manier de overeenkomsten en verschillen kennen van de vier generaties die op dit moment werken. En inzicht leidt tot meer begrip.”