In de nieuwe omgevingswet is het mogelijk voor gemeenten om vergunningen te weigeren op basis van het effect van een bedrijf op de volksgezondheid. Dat zegt minister Melanie Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu tijdens de behandeling van de nieuwe omgevingswet in de Tweede Kamer.
In de oude wetgeving was dit niet mogelijk, zo bleek tijdens de Q-koortsepidemie. Dat komt volgens Schultz omdat gezondheidseisen niet gesteld konden worden in bestemmingsplannen. “In de omgevingswet kan dit wel”, aldus Schultz. Voorwaarde is dat er een duidelijke link is tussen volksgezondheid en bijvoorbeeld een veehouderijbedrijf. “Een vergunning mag niet alleen op gevoel geweigerd worden”, zegt Schultz.
Tweede Kamerleden Eric Smaling (SP), Stientje van Veldhoven (D66) en Albert de Vries (PvdA) vinden het belangrijk dat in de nieuwe omgevingswet een mogelijkheid komt voor gemeenten en provincies om vergunningen niet te verlenen vanwege effecten voor volksgezondheid. “In de omgevingswet zijn de sturingsmogelijkheden voor gemeenten op basis van gezondheid voldoende geborgd. Daarbij is sprake van een evenwicht tussen gezondheid van de omwonenden en rechtszekerheid voor de initiatiefnemer. Niemand wil immers dat mensen ziek worden of dat de overheid de uitbreiding van ziekmakers niet zou kunnen tegenhouden”, aldus Schultz. Ze voegt eraan toe dat er voor ondernemers ook geen situatie van willekeur mag ontstaan, waarbij initiatiefnemers geen zekerheid meer hebben over bijvoorbeeld bedrijfsuitbreidingen of het verkrijgen van een vergunning.
Gemeenten krijgen in de omgevingswet de mogelijkheid om op gezondheid te sturen en bijvoorbeeld geen uitbreidingen toe staan of alleen onder bepaalde condities. Als spoed vereist is, kan een omgevingsplan tijdelijk worden bevroren en worden nieuwe vergunningsaanvragen tijdelijk bevroren, waarmee uitbreiding van veehouderij kan worden tegengehouden als dat nodig is.
Staatssecretaris Sharon Dijksma van Economische Zaken werkt aan een wet waarin gemeenten en provincies grenzen kunnen stellen aan de omvang van veehouderijbedrijven in het kader van volksgezondheid.