Gelukkig nieuwjaar. Maar ben je ook happy met je bedrijf of dagelijks werk?
In de land- en tuinbouw mogen we ons gelukkig prijzen. Want wie heeft er nog meer het geluk om in de mooiste en meest noodzakelijke sector te kunnen werken? Met alle vrijheid, zonder dagelijkse urenlange files. Met ruimte om ons heen, een prima boterham en veel voldoening uit afwisselend werk. We doen ertoe.
Toch vraag ik me af of dat bij iedereen zo is. Deze week had ik twee dagen lang een groep te gast op onze vergaderlocatie. Hooggeplaatste medewerkers van een hightech multinational. Heel gewichtig dus. Vooraf kwam de secretaresse alles checken en de opper-CEO werd speciaal ingevlogen. Een Chinees in dit geval. En daar moest twee dagen lang verantwoording aan worden afgelegd.
De stress droop van de gezichtjes af en de koffie was niet aan te slepen
Dus stonden ze op dag 1 al rond 7.00 uur ’s morgens op de stoep. Na anderhalf uur reistijd. En vertrokken ze na vrijwel de hele dag non-stop overleg pas tegen 7 uur s ’avonds richting het diner en hotel. Om daar verder te netwerken. En vervolgens werd op dag 2 hetzelfde tijdschema herhaald. De stress droop van de gezichtjes af en de koffie was niet aan te slepen.
Ik heb ze maar goed verwend met de lunch en iets lekkers bij de koffie, want ik had echt met ze te doen. Even een luchtje scheppen kon er niet af. Wel het vuur uit de schenen lopen voor De Chinees. Blijkbaar neem je de werkmentaliteit en cultuur vanzelf over, als je voor zo’n Aziatisch bedrijf aan de slag bent.
Nieuwe ‘goals’
De ene na de andere presentatie werd uit het scherm gestampt en afgevuurd op de groep. En alle nieuwe ‘goals’ voor dit jaar werden opgeschroefd. Het enige wat ik tijdens het serveren van de lunch meekreeg, was een manager die aangaf dat het ‘this year verry, verry tuf’ was, ‘so it was impossebol toe asjief the targets’. Knap overigens, dat je op dat niveau zo slecht Engels spreekt.
We zijn blij dat we voor onszelf kunnen werken
Ik kon intussen in mijn keukentje lekker naar de radio luisteren. En kwam tot de conclusie dat ik niet zou willen ruilen. Vergis je niet, ik heb het altijd supergoed naar mijn zin gehad bij mijn voormalige werkgevers. Allemaal Nederlandse bedrijven in de agrarische sector. Dat zal ongetwijfeld het verschil hebben gemaakt. Maar wij hebben ’s avonds thuis op de bank de balans opgemaakt en tellen onze zegeningen. Ook al vriest het dat het kraakt, en is het nu even minder fijn om buiten aan de slag te moeten. Mijn wederhelft en ik willen voor geen goud ruilen. We zijn blij dat we voor onszelf kunnen werken. En, vooruit dan, een beetje voor de belasting.