De spruitkool van Piet Sonneveld in Dreischor gaat weg in kisten van 15 kilo. Inpakken in grote boxen is misschien gemakkelijker en vraagt minder fysieke inspanning, omdat de heftruck dan het zware werk doet, maar Sonnevelds afnemer wil ze graag in handzaam fust hebben.
“Dat is het meest flexibel bij de afzet, en je bent niet gebonden aan inpakkers zoals je dat wel bent met boxen. Je kunt kisten ook veel beter inkoelen, lijkt me, want langs alle kanten kan er lucht bij. Een box die warm is krijg je volgens mij niet meer koud.”
Regelmatig afstemmen
Sonneveld zit zo’n jaar of drie, vier bij deze afnemer, en het bevalt hem prima. “We stemmen regelmatig met elkaar af wat kan en moet. De levering gaat tegen dagprijzen. Geen daghandel dus, want mijn afnemer heeft gewoon zijn leveringsprogramma’s.”
De spruiten die eind vorige week over de band liepen waren van de rassen Albarus en Batavus. “Een mix van beide. Beide rassen staan op hetzelfde perceel. Dat is bewust gedaan, voor als de kwaliteit van het ene of het andere ras wat uiteen zou lopen, maar beide rassen zijn gewoon goed. Inwendig is er met de spruiten niets aan de hand, wel zijn ze uitwendig grauw door de sneeuw. De plukkers op het veld snijden de planten nu hoger af, en ze breken de verkeerde spruiten er vooraf zo veel mogelijk af. ‘Blind’ in de plukkop steken is er nu dus niet bij en de plukker rijdt ook wat langzamer dan normaal. Maar dan nog hebben we genoeg werk aan de sorteerband. We hebben ook nog wat Clodius staan, maar daar is het mooie nu wel van af. Inwendig zijn ze nog goed, maar uitwendig niet. Misschien is het nog iets voor de industrie.”
Vlot seizoen
Sonneveld verwacht nog tot begin maart spruiten te hebben. Normaal is dat half maart of zelfs nog wat later. “Het seizoen is vlot verlopen, zelfs tijdens de vorst liep het behoorlijk goed door. Bij 5 graden vorst overdag lig je stil, maar bij een graadje onder nul ging het nog wel met Clodius. Laat je die rustig in de schuur ontdooien, dan is er niets aan de hand. Doe je hetzelfde met Albarus, dan houd je geen acceptabele spruit meer over.”
“Het seizoen is – tot aan de vorst – niet verkeerd geweest,” constateert Sonneveld. “Maar ik realiseer me ook dat ik me gelukkig mag prijzen na de vorst nog redelijke spruiten te hebben. Misschien dat ik één of anderhalve hectare moet laten staan, daar heb ik echt geluk mee gehad.”
De grondbewerkingen liggen wel op achterstand. “Over de laatste vorst had het misschien gegaan, maar toen ontbrak de tijd. Daarvoor lag er sneeuw, dat water moet je inploegen. De grond is hier vrij licht. Ploegen in het voorjaar kan nog wel, maar dat neemt niet weg dat ik graag een paar percelen al gedaan had.”
Rassen komend seizoen
Sonneveld heeft al een aardig beeld van de keus voor zijn rassen voor het nieuwe seizoen. Daarbij is het een voordeel dat hij proefveldhouder is voor Syngenta, zodat hij alle bestaande en nieuwe rassen een heel seizoen met elkaar kan vergelijken. Dit jaar teelde hij Davlin, Franklin, Abacus, Octia, Irene, Gigantus, Steadia, Albarus, Batavus en Clodius. Alleen van Batavus is niet zeker of die terugkomt. “Er is niets mis met dat ras, maar Albarus is beter. Clodius houd ik er wel in. Het is geen wereldras, maar het is te link om in de winter op één paard te wedden. En ik wil SG 1428 (half november- eind december) in het schema inpassen.”