De arbeidskosten in Europa moeten meer op 1 lijn komen te liggen, vindt Walter Gubbels.
Ik las vorige week in een persbericht dat minister Schouten van LNV met de supermarkten in gesprek gaat om meer streek- en regioproducten in de winkelschappen te leggen. Ze wil een speciale binnenlandse handelsmissie organiseren om streekproducten bekender te maken en een korte voedselketen te stimuleren. Bovendien wil ze de knellende wet- en regelgeving voor producenten van streekproducten, zoals wij als aspergetelers, gaan aanpakken. Die wet- en regelgeving is gericht op grootschalige producenten en levert voor kleinschalige producenten daarom problemen op. Om de band tussen producent en consument te versterken wil ze initiatieven die inzetten op lokaal voedsel, een eerlijke prijs en meer binding tussen ‘boeren’ en stadsbewoners stimuleren.
Prijs is bepalend
Op zich goede initiatieven, maar ik zie het nog niet zomaar lukken. Supermarkten willen wel graag Nederlands product in het schap, maar uiteindelijk kijken ze toch naar de prijs en die is bij kleinschalige productie nou eenmaal hoger. Dat ziet de minister trouwens ook als zij stelt dat de levering van regioproducten stuit op enkele obstakels, zoals de hogere kostprijs. Dat komt mede doordat bij kleinere partijen de logistieke kosten relatief hoger zijn, ondanks de in principe minder af te leggen kilometers tussen de producent en het winkelschap.
Eerlijke concurrentie
Om de sector te stimuleren zie ik daarom meer in het op 1 lijn krijgen van de arbeidskosten in heel Europa. Pas dan is sprake van eerlijke concurrentie. Ik heb de balans van het afgelopen seizoen onlangs opgemaakt, maar dan schrik je toch van de hoogte van de arbeidskosten en hoeveel premies je moet afdragen, inclusief pensioenpremies waarvan je je kunt afvragen hoe reëel die zijn bij gelegenheidsarbeid.
Qua productie en kwaliteit lopen we in Nederland nog steeds voorop, helaas geldt dat ook voor de loonkosten
Dat de lonen hoog zijn, vind ik nog oké, daar hebben de mensen ook hard voor moeten werken, maar dat is in het buitenland natuurlijk niet anders. Dus, gelijke monniken, gelijke kappen, zou ik zeggen. Dan kunnen we de concurrentie aan, want qua productie en kwaliteit lopen we in Nederland nog steeds voorop, helaas geldt dat ook voor de loonkosten. Dus, gelijke monniken, gelijke kappen, maar ook gelijke loonkosten!