De subsidieregeling voor topsectorenonderzoek houdt een forse vergadercultuur in stand, maar effecten zijn beter zichtbaar.
Dat blijkt uit de Evaluatie PPS-toeslagregeling 2016-2020. De kloof tussen wetenschap en bedrijfsleven is kleiner geworden. Uit dat rapport van bureau Dialogic blijkt overigens dat Productschap Tuinbouw voor een deel van de regeling voor innovatief onderzoek nog steeds een topfinancier was namens het bedrijfsleven. Dat productschap werd in 2015 opgeheven, maar de programma’s waarin het schap geld stopte liepen daarna nog door.
De PPS-toeslagregeling waarbij (topsectoren)geld wordt gegeven aan onderzoekspartners uit wetenschap en bedrijfsleven doet het in de tuinbouw relatief goed. Wel is dat succes lastig in bedrijfsprestaties uit te drukken. Een belangrijk programma was Fytosanitair, om risico’s van ziektes en plagen te verminderen. In de sector Tuinbouw & Uitgangsmateriaal leidt de regeling tot de grootste consortia van instellingen en bedrijven rond onderzoeksprogramma’s.
Bedrijven bereiken
Wageningen UR is één van de grootontvangers van gelden, maar daarmee ook een groot initiatiefnemer voor onderzoek. Omdat een aanvraag niet zonder deelnemers uit het bedrijfsleven kan, zorgt de subsidieregeling er wel voor dat veel onderzoek praktijkgericht is. Het onderzoek moet van belang zijn voor het bedrijfsleven. Ook worden mkb-bedrijven bereikt om oplossingsrichtingen voor grote problemen aan te geven. De regeling maakt de inzet van kennismakelaars mogelijk die volledig gesubsidieerd zijn.
Na een lange opstartperiode is de complexe regeling ondertussen bekend geraakt. Het aantal jaarlijkse deelnemers is toegenomen van 600 naar 1.400. Ook de financiële omvang van de regeling (voor alle sectoren) groeide van € 30 miljoen bij de start naar € 150 miljoen nu.
Vergadercultuur
Hoewel de kloof tussen bedrijfsleven en wetenschap lijkt verkleind door de regeling, kleven er veel uitvoeringskosten aan de complexe regeling. De kosten voor het instandhouden van de topsectorenstructuur (topteams, themateams en missieteams) zijn relatief hoog en niet meegenomen in de evaluatie van Dialogic. Het bureau werkt in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.