Doorgaan naar artikel

Geen risico op antibioticaresistentie via vollegrondsgroente

Een eerste onderzoek wijst uit dat de kans op antibioticaresistentie door de consumptie van groente uit de vollegrond verwaarloosbaar klein tot nihil is. Doctoraatstudent Judith Huygens (ILVO, UGent) vond in haar onderzoek geen resistentiegenen en slechts enkele antibioticaresiduen, in zeer lage concentraties.

Om antibioticaresistentie bij de mens door ziekmakende bacteriën een halt toe te roepen, is het belangrijk dat wetenschappers alle mogelijke verspreidingsroutes van antibioticaresistentie en residuen naar de mens, naar dieren en naar de omgeving in kaart brengen. De zogenoemde ‘omgevingsroute’ waarbij antibioticaresistentie en -residuen vanuit dierlijke mest mogelijk in bodem, water en uiteindelijk in vollegrondsgroente zouden opduiken, is tot nu toe nog nauwelijks bestudeerd. Uit een eerste oriënterend onderzoek van docotoraatstudent Judith Hugens (ILVO, UGent) blijkt die kans verwaarloosbaar klein tot nihil.

De toenemende antibioticaresistentie bij bacteriën is een veelbeschreven bezorgdheid. Het wordt steeds moeilijker om infecties met een antibiotica onder controle te krijgen. In 2019 waren er wereldwijd naar schatting 1,27 miljoen sterfgevallen te wijten aan antibioticaresistentie. Antibioticaresistente bacteriën bij de mens zijn hoofdzakelijk een gevolg van het gebruik van antibiotica door de mens zelf. Ook het gebruik van antibiotica bij dieren kan invloed hebben.

Meer resistente bacteriën in mest bij hoger antibioticagebruik

Een groot deel van de antibiotica toegediend aan dieren komt in de mest terecht die op haar beurt (deels) gebruikt wordt om akkers te bemesten. Hoe meer antibiotica er worden gebruikt, des te meer resistente kiemen en antibioticaresiduen kunnen worden teruggevonden. Zo wordt in de Belgische veehouderij momenteel nog de grootste hoeveelheid antibiotica gebruikt in de vleeskalversector. Is er dan meer antibiotica terug te vinden in de mest van kalveren dan van bijvoorbeeld vleeskoeien? Het antwoord is ja.

Bij de E. coli bacteriën gevonden in drijfmest van mestkalveren wordt ook opvallend vaker een antibiotica-resistentie aangetroffen dan in de e. coli’s in de stalmest van vleeskoeien.

Antibiotica in de bodem

De antibioticaresiduen die aanwezig zijn in mest zijn ook terug te vinden in de bodem. Twee tot drie weken na de bemesting vond Huygens in bodemmonsters uit verschillende dieptes sommige van de residuen terug die ze ook vond in de gebruikte mest. Opmerkelijk was ook dat bepaalde antibiotica, waarvan het bekend is dat ze zeer persistent in de omgeving kunnen zijn, in de bodem teruggevonden werden, nog voordat die bodem in het experiment bemest was. Wellicht gaat het in dat geval om antibioticaresten veroorzaakt door voorgaande bemestingen.

Verspreidt het zich naar het gewas?

Om te onderzoeken of antibioticaresiduen zich via de route van mest en bodem daadwerkelijk ook naar de gewassen kunnen verspreiden, zette Huygens een experiment op met prei. De prei werd bemest met drijfmest. Op de afgebakende zones in het experimenteel preiveld werd ofwel mest zonder, ofwel mest met toevoeging van 3 verschillende antibiotica verspreid: doxycycline, sulfadiazine en lincomycine. Huygens vond geen antibioticaresiduen noch resistentiegenen bij de geoogste prei. Er was ook geen verschuiving in antibioticaresistentie bij de aanwezige bacteriën.

Monsters op de veiling

Ten slotte screende Huygens een honderdtal preimonsters op de veiling op de aanwezigheid van 56 verschillende antibioticaresiduen. Slechts bij 10% van de monsters werden antibioticaresiduen vastgesteld en dan nog in zeer lage concentraties. Huygens concludeert op basis van deze studies dat prei géén tot een verwaarloosbaar klein risico vormt voor overdracht van antibioticaresistentie of -residuen naar de consument. Andere groenten en teeltomstandigheden moeten in de toekomst onderzocht worden om tot een breder beeld te komen.

Bekijk meer

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin