‘Geen productief paprikajaar’

Op de 5,5 hectare gele paprika op steenwol staan drie rassen van Rijk Zwaan: 2 hectare Allrounder, 9.000 m2 Morbidelli en 2,6 hectare Agostini. “Onze rassenkeuze is gebaseerd op de handel. Van de eerste twee rassen zijn de paprika’s fijner en bedoeld voor de ‘stoplichten’ in het flowpack. Het derde ras is grover, zodat we midden in de zomer nog voldoende grofheid hebben met 180 grams vruchten voor de handel.”

Van Allrounder en Morbidelli is de zaaidatum 15 november en de plantdatum 19 december. Agostini is 1 december gezaaid en 3 januari geplant. In alle gevallen een vierweekse plant. “We starten met een kleine plant, omdat we daar een beter gevoel over hebben. We willen zelf een goede plant met een beter wortelgestel maken, omdat we een vroege zetting willen toelaten. Als we een grotere plant van de plantenkweker laten komen, heeft deze te weinig wortels voor een vroege zetting. Met een goed wortelgestel staan we ook sterker in de zomer.”

Gestage groei

De teelt begon onder een vast AC-folie, dat er in de tweede week van februari is uitgehaald. “De start van de teelt ging niet vanzelf met een klein plantje. Door met veel energie toch een lekker klimaat te maken, wat wel een extra kuub gas/m2 kostte, groeide de plant gestaag.”

In week 29 groeit het gewas niet overdreven. “Het mag wat beter groeien. Op zich is het ook niet verwonderlijk na een warme periode. Door het buitenklimaat zijn periodes van niet-zetten afgewisseld met pieken in de zetsels. Als de plant dan wel wil zetten, laten we te grote zetsel toe. Dit geeft toch onbalans in de plant.”

In het begin waren de paprika’s grof. “Dat duidt erop dat paprika langer aan de plant hangt. Dit zorgt ook voor stagnatie in de groei.

Lagere etmaaltemperatuur en minder watergeven

De teelt is met een vlakke dag- en nachttemperatuur van 21 graden Celsius gestart. Vervolgens vlak met 22 en 23 graden. In week 4 is er verschil in dag- en nachttemperatuur aangebracht: een maximale dagtemperatuur van 21 graden en in de nacht 17 graden. “Dit houden we zo om niet geforceerd de zetting in te gaan.”

Het watergeven is aangepast aan een lagere etmaaltemperatuur. “Voorheen waren we voorstander van frequenter water geven, maar doordat we minder energie in de teelt stoppen, geven we ook minder water. Dat is minder dan we gewend zijn.”

Bladluis onder controle

Tegen trips zijn in het begin van de teelt twee keer de roofmijten Transeius montdorensis en Amblyseius californicus op iedere plant uitgestrooid. “Met gele vangplaten blijven we scouten, maar hebben nog geen trips gesignaleerd.”

Een paar maanden geleden zijn wel de eerste plekjes bladluis gesignaleerd, maar zijn onder controle. Drie weken na het planten zijn er preventief de galmuglarve Aphidoletes aphidimyza en de sluipwesp Aphidius colemani uitgezet. Tevens is er vanaf week 14 meerdere malen het 14-stippelige lieveheersbeestje tegen bladluis uitgezet. Dit alles is voldoende gebleken.

In het paprikagewas komt ook de stinkwants Nezara viridula voor. Hiertegen is de sluipwesp Trissolcus basalis uitgezet.

Auteur: Harry Stijger