Gemeente Waddinxveen hoeft een oud-tuinder geen planschadevergoeding te geven vanwege schaduwhinder op zijn percelen.
Rechtbank Den Haag stelt in een uitspraak in de zaak van de tuinder tegen de gemeente dat deze schaduwhinder van beperkte omvang is. Daarvoor weegt de rechter een aantal adviezen af van deskundigen over het effect van bebouwing op het aangrenzende perceel.
Het gaat om percelen waar tot 2008 kassen stonden en mogelijk in de toekomst door omliggende bedrijven opgekocht kunnen worden voor uitbreiding. De oud-tuinder stelt dat de waarde van de percelen is verminderd door een nabijliggend bedrijventerrein.
Rapporten van deskundigen
De tuinder toonde de rechter een rapport van Accon Avm waarin gesteld wordt dat de schaduwwerking van de bedrijfsgebouwen juist wel een ‘significant verstorend effect heeft op de groeimogelijkheden’ van te telen gewassen. Het gaat volgens de tuinder om verlies aan licht op zijn perceel.
De gemeente bracht in deze zaak het schaduwonderzoek van Looije Agro Techniks in, waarin gesteld wordt dat schaduwwerking beperkt van omvang is. Van drie ijkdata (21 maart, 21 juni, 21 september en 21 december) kan alleen op 21 december veel schaduwwerking optreden. Op dat moment in het jaar schijnt de zon weinig en heeft weinig kracht, stellen de onderzoekers. Op 21 juni treedt geen enkele schaduwwerking op. Op 21 maart en 21 september is pas laat in de middag sprake van grotere schaduwwerking, maar dan is de zonkracht minder, aldus het rapport.
In een eindadvies van planschadebureau SAOZ is geconcludeerd dat van significante verstoring door de schaduwwerking geen sprake.
Bedrijfswoning
Ook het argument dat de voormalige tuinderswoning op 95 meter van het bedrijventerrein werd verworpen door de rechtbank. Het gaat hier om een bedrijfswoning, waarvoor eisen minder scherp zijn dan voor een burgerwoning.