Het kabinet is niet van plan om biologische landbouw meer te ondersteunen dan andere vormen van duurzame landbouw.
Dat stelt demissionair landbouwminister Carola Schouten in antwoord op vragen van de Tweede Kamer naar aanleiding van het overleg van Europese ministers volgende week.
De minister stelt dat in de Nederlandse context het ambitieus is om te voldoen aan de doelstelling van de Europese Commissie om 25% van het landbouwareaal in 2030 om te zetten naar biologische productie. In Nederland is nu ongeveer 3,8% van het land- en tuinbouwareaal in productie voor biologische teelten.
Aantrekkelijk voor boeren
Schouten wil dat de landbouw duurzamer wordt en biologische landbouw kan daarvoor geschikt zijn. Bij het opstellen van het nationaal strategisch plan zal het kabinet bekijken hoe biologische landbouw kan worden meegenomen om de groei van de biologische productie en consumptie in Nederland te stimuleren.
De Europese Commissie zal het Nederlandse strategisch plan onder andere beoordelen op de ambities om de omvang van de biologische landbouw te vergroten.
Schouten zegt dat het ingewikkeld is om de plannen zo in te richten dat ze aantrekkelijk blijven voor boeren en tuinders. Als er te weinig animo is om aan extra voorwaarden te voldoen (waarvoor ook een plus op de basisvergoeding wordt gegeven), komt er weinig terecht van de plannen om in de landbouw een omslag te maken.
Gevolgen coronacrisis
In de antwoorden aan de Kamer gaat de minister ook in op de gevolgen voor de land- en tuinbouw van de uitbraak van Covid-19. De pandemie heeft tot marktverstoringen geleid, onder andere doordat de horeca gesloten is. Aan de andere kant heeft de vraag vanuit China naar graan en oliehoudende zaden geleid tot kostenstijgingen van diervoeders. China is bezig de varkensstapel weer op te bouwen en heeft daarvoor extra voergrondstoffen nodig. De minister verwacht dat die vraag niet structureel is. Voor de middellange termijn verwacht de Europese Commissie dat het herstel van de economie in de EU en wereldwijd zal leiden tot een grotere vraag naar landbouwproducten en een toenemende export vanuit de EU.
De minister stelt dat de Nederlands land- en tuinbouw op belangrijke punten ook afwijkt van het globale Europese beeld. Nederland is van oudsher sterk in de productie van groenten en sierteelt, aardappelen en uien, zuivelproducten en bepaalde vleessoorten. “Het is daarom zaak om ook voor deze producten goed te volgen of het verwachte herstel ook daadwerkelijk zal plaatsvinden”, aldus Schouten.