Bij schimmelmiddelen op basis van natuurlijke werkzame stoffen is nog geen effectieve werking in komkommer vastgesteld. Dat blijkt uit twee screeningsonderzoeken.
De onderzoeken waren gericht op de ziekten Mycosphaerella cucumis en Botrytis cinerea in komkommer. Het ging daarbij zowel om middelen met een toelating als middelen die deze nog niet hebben. Vertify heeft het project uitgevoerd. Het is gefinancierd en gecoördineerd vanuit het innovatieprogramma Het Nieuwe Doen in Plantgezondheid van Kennis in je Kas (KijK).
Preventieve en curatieve behandelingen
In beide studies is één preventieve bespuiting ingezet. Daarna hebben de onderzoekers de komkommerplant geïnoculeerd met de ziekteverwekker. De overige bespuitingen zijn curatief ingezet. In totaal waren dat vier tot zes toepassingen volgens het etiket, vaak in combinatie met een hulpstof. Per schimmelziekte hebben de onderzoekers vijf groene middelen getoetst.
Zware infectie Mycosphaerella
Komkommer raakt voornamelijk geïnfecteerd met Mycosphaerella op het moment dat de bloem van de vrucht valt. Dan ontstaat er een wondje waarin sporen kunnen kiemen. Op het moment dat bij de vruchten de bloemen indroogden, is een preventieve behandeling met de middelen uitgevoerd tegen Mycosphaerella. Drie dagen hierna is een sporensuspensie met deze schimmel verspoten. Negentien dagen na de infectie namen de onderzoekers de eerste geïnfecteerde vruchten waar. Aan het einde van de toets waren 35% van de vruchten in de controlebehandeling geïnfecteerd.
Ondanks de preventieve en meerdere curatieve toepassingen is in geen van de behandelingen een significante reductie in geïnfecteerde vruchten waargenomen. Bij behandelingen Vintec + Silwet Gold en Code B (+ Silwet Gold) is fytotoxiciteit als gevolg van de bespuitingen waargenomen.
Sterke toename Botrytis-laesies
Bij de Botrytis-toets zijn stengelstompjes gemaakt door blad af te snijden. Eén keer is preventief gespoten, drie dagen later is de schimmel geïnoculeerd. Tien dagen na inoculatie ontstonden al de eerste stompjes met hierop een zogenaamde Botrytis-laesie groter dan 3 centimeter. Weer een week later nam de infectiedruk sterk toe. Op bijna alle 40 stompjes per veld een laesie van die grootte was het te vinden. In de proef is Botrytis niet verder in de stengel doorgegroeid, omdat de stompjes al eerder afvielen of indroogden. Geen van de behandelingen heeft geresulteerd in een significant lager aantal geïnfecteerde stompjes.
Contactwerking
De onderzoekers hebben alleen middelen op basis van contactwerking getest. Mogelijk heeft dat het uitblijven van afdoende effectiviteit beïnvloed. Als Botrytis-sporen kiemen op een wond en dan de plant in groeien, kunnen middelen op basis van contactwerking niet meer bij de schimmel. Bij een Mycosphaerella-infectie waarbij de schimmel al in de vrucht zit, werken fungiciden op basis van contactwerking niet meer. Ook kan het zijn dat dat de wonden op de plant na middel-toepassing toch niet goed genoeg gekoloniseerd waren.
Fytotoxiciteit
Twee van de getoetste middelen zijn getest in combinatie met de hulpstof Silwet Gold. Beide behandelingen hebben een fytotoxische gewasreactie gegeven, waar komkommer in de lichtarme periode van het jaar gevoeliger voor is.
