‘Fusarium is deze keer het grootste probleem’

De hagelstorm van eind juni liet de prei van Theo, Frank en Maarten Wolters in Stamproy ongemoeid, maar raakte wel hun peen in Sterksel. “Dat was één, anderhalve week voordat die peen de grond uit kon”, vertelt Theo. “Die teelt was zwaar geraakt. Met bladvoeding en schimmelbestrijders hebben we het gewas aan de praat weten te houden. We hebben nog netjes kunnen oogsten.”

Begin deze week is de eerste zaaiprei gerooid, van het ras Nunton. “Daar zijn we één, twee weken vroeger mee begonnen dan eigenlijk de bedoeling was. Door de weersomstandigheden is de productie wat lager, terwijl de vraag goed is. Het overgrote deel van onze prei gaat naar vaste afnemers, die kopen op volume.” Zaaiprei vormt een vast onderdeel van de productie, vanwege de lagere teeltkosten in vergelijking met geplante prei, en vanwege de hogere productie.

Maar dan moet de teelt wel slagen. Dat is niet vanzelfsprekend – de onkruidbestrijding vormt het grootste risico – en je moet er geschikte grond voor hebben: in ieder geval goed ontwaterd en niet al te licht. Grond met wat leem zou ook nog wel kunnen. “Dit jaar is de onkruidbestrijding redelijk gelukt. We hebben nog wel met de hand moeten corrigeren, maar dat is niet uitzonderlijk. Bijna elk jaar moeten we er wel met de schoffel doorheen.”

Wolters noemt Fusarium dit jaar het grootste probleem – dat geeft plantwegval – en ook lijkt het erop dat de druk van roest deze keer groter is dan andere jaren. “Met de beschikbare middelen kun je de teelt wel schoon houden, maar het betekent wel dat je extra kosten moet maken. Ik zie er daarnaast ook wat Erwinia in sluipen.”

Vorige week ging de laatste prei de grond in voor de oogst af veld. Het ras is Triton. Dit volgde op de planting van de koelcelprei. “De onkruidbestrijding is goed gegaan, wel zie je de plekken terug waar de grond van de neerslag heeft geleden. We trekken de sporen open met een woeler, verder kun je daar nu weinig aan doen.”

AUTEUR JOOST STALLEN