Fruittelers willen wilde bestuivers beter benutten

6 Utrechtse fruitteeltbedrijven gaan binnen het project ‘Bestuivingsmix Fruitteelt’ op zoek naar de mogelijkheden om wilde bestuivers beter te benutten. Het gaat om de inzet van wilde bijen en andere van nature voorkomende bestuivers.

Zeker onder koude omstandigheden vliegen honingbijen niet. Wilde bijen daarentegen vliegen al bij 8 graden Celsius en zijn bovendien niet selectief. Door de klimaatverandering is de kans op grillig weer tijdens de bloei van het fruit groter. Binnen het project ‘Bestuivingsmix Fruitteelt’ gaan 6 Utrechtse fruittelers daarom aan de slag met de inzet van wilde bijen en andere bestuivers. Delphy en het Louis Bolk Instituut coördineren en begeleiden de activiteiten op de bedrijven.

Mix van insecten moet fruit bestuiven

5 van de deelnemende bedrijven werken al jaren volgens de regels van PlanetProof en voorheen Milieukeur. De zesde deelnemer teelt biologisch. Allen hebben ze gemeen dat ze toe willen werken naar een mix van verschillende soorten bestuivende insecten.

Metselbijen en zandbijen

Op elk van de 6 deelnemende bedrijven kijken Delphy/Louis Bolk Instituut samen met de ondernemer welke maatregelen mogelijk zijn om het bedrijf aantrekkelijker te maken voor wilde bijen en andere bestuivende insecten. Hierbij gebruiken zij de BIJenBLOEM. In het project wordt zowel gekeken naar metselbijen als zandbijen.

Delphy en Louis Bolk Instituut brengen hun kennis over de op het bedrijf aanwezige insecten in. In het eerste jaar van het project is het belangrijk om te zien wat al aanwezig is, en worden specifieke maatregelen genomen. In het tweede en derde jaar wordt de effectiviteit van de maatregelen beoordeeld.