Fruittelers hebben hogere windmolens nodig

Boeren en tuinders in Gelderland en Overijssel die windmolens van maximaal 35 meter hebben, lopen er vaak tegen aan dat gemeenten en provincie weigeren vergunningen af te geven. Ook worden gebruiksmogelijkheden soms beperkt, vanwege de impact op de natuur. LTO Noord roept in een brandbrief aan de twee provincies op om meer ruimte te scheppen voor het plaatsen van kleine windmolens op boerenbedrijven.

Gemeente Buren

In de gemeente Buren staat een voorstel op de politieke agenda om kleine windmolens toe te staan in het buitengebied. Het gaat daar om een tiphoogte van 25 meter (inclusief rotorbladen). Dat voldoet niet helemaal aan de wens van boeren en tuinders, stelt gebiedscoöperatie EcoBuren. Zo’n windmolen kost € 80.000 en levert maximaal 30.000 kWh per jaar. Voor een melkveehouder is dat genoeg, voor een fruitteler niet, bleek bij de behandeling van het voorstel. Een meerderheid van de partijen wil onderzoeken wat de behoefte is van de snelgroeiende fruittelers in de gemeente die met koeling en sortering een hogere elektravraag hebben. Moet daarvoor een windmolen van 60 meter toegestaan worden?

Wel draagvlak nodig omwonenden

Buren wil nu 20 windmolens toestaan met een tiphoogte van 25 meter (inclusief hoogte van de rotorbladen) en verder onderzoeken wat de behoefte is van fruittelers in het buitengebied. Tussentijds wordt dat beleid geëvalueerd. In andere gemeentes is bij zo’n evaluatie ook overgeschakeld op grotere windmolens. Buren wil wel voorwaarden stellen aan het verkrijgen van draagvlak bij omwonenden voor het plaatsen van de kleinere windmolens van 25 meter.

Volgens LTO Noord hebben redenen om vergunningen te weigeren vaak te maken met een theoretisch gevaar voor vogels en vleermuizen. Ook als het geen specifieke vogelgebieden betreft en de molens voorzien zijn van vleermuis-detectiesystemen. Volgens ecologen is de kans op schade zeer klein, maar is het niet volledig uitgesloten. Tegelijkertijd geldt dit risico ook voor grote zonneparken en grote windturbines. LTO Noord vindt het daarom geen steekhoudend argument.