Fruittelers Betuwe loven waterschap om beregening

Het extreme jaar maakt beregenen ook tijdens de pluk nodig. De sloten staan voldoende vol met water. Daarmee is de positie van telers beter dan in veel andere gebieden. Zij zijn dan ook lovend over het waterbeleid van het Waterschap Rivierenland.

Het gebied beslaat vier provincies, en loopt van de Biesbosch tot de Duitse grens. Gerard van den Anker, directeur van Veiling Zaltbommel en oud-voorman van de fruittelersorganisatie NFO, is lid van het algemeen bestuur van het Waterschap Rivierenland. Hij herkent de positieve woorden van telers in het gebied. “Het goede van het Waterschap Rivierenland is de betrokkenheid van medewerkers bij de teelt en de korte lijnen. Telers weten medewerkers te vinden en doen het maximale om voldoende beschikbaarheid van water te houden. Ook het maaibeleid is dusdanig dat er ook goede doorstroming is. Toen er weinig water beschikbaar was heeft het waterschap extra pompen ingezet om zoveel mogelijk water in het systeem te krijgen. Naar de fruitteelt toe heeft het schap ook maximaal meegedacht. Het beregeningsverbod kreeg een uitzondering voor beregenen van fruit tegen zonnebrand. Er is maximaal meegedacht.”

Actie tegen verdroging

De telers in de Betuwe voerden dit voorjaar actie tegen verdrogingsgevaar vanuit een andere hoek. Plannen om extra waterwingebieden voor drinkwater aan te wijzen zetten kwaad bloed in het fruitgebied, maar die plannen lijken voldoende te worden bijgesteld.

Volgens Van den Anker lijkt de onzekerheid daarmee voldoende weggenomen, al moet het besluit nog genomen worden. “Waakzaamheid blijft geboden. Ik denk dat de sector een helder signaal heeft afgegeven en dat is opgepikt, maar er moet meer water gewonnen worden. Vervolgens moet je goed kijken op welke plaatsen je drinkwater wint en dat gebied zo beperkt mogelijk houdt. En als je in een aangewezen gebied zit, moet je ook perspectief geboden krijgen.”