Fruitteelt gaat kort seizoen tegemoet

Door aanhoudende winter in grote delen van Europa gaat de fruitteelt een kort groeiseizoen tegemoet. Dat verkleint de kans op een grote appel- en perenoogst na de gereduceerde oogst van vorig jaar.

Alleen in Oost-Europa viel die weer groter uit. Maar juist daar loopt de ontwikkeling nu ver achter. De vooruitzichten voor een kort groeiseizoen zijn misschien nadelig voor de productie op individuele bedrijven, maar vaak gunstig voor de afzet van veel plantaardige producten. Als de vruchtmaat enkele millimeters achterblijft, scheelt dat al snel procenten aan productie. En omdat de ontwikkeling in heel Europa laat is, vlakt de mogelijke productietoename af.



Nederlandse telers zijn over het algemeen niet ongelukkig met het koude voorjaar. Daardoor zijn werkzaamheden als snoeihout versnipperen, wortelsnijden en kunstmeststrooien goed te plannen. Bovendien doorkruist de start van de gewasbescherming deze werkzaamheden bij een vroege ontwikkeling. Een latere start van de gewasbescherming bespaart ook kosten, hoewel het niet om de duurste middelen gaat.



In België heerst nog onzekerheid over de schade van de koude in maart in tegenstelling tot bijvoorbeeld Polen was de ontwikkeling al op gang gekomen. De strenge vorst boven de sneeuw heeft in principe de schadedrempel overschreden. Op de proeftuin in Sint-Truiden lijkt de schade mee te vallen, op individuele bedrijven zijn meer bevroren knoppen te vinden.