Het aantal halsbandparkieten in West-Nederland neemt fors toe. Fruittelers rondom de grote steden weten daar inmiddels alles van. Fruitteler Florian de Clercq van landgoed De Olmenhorst pleit ervoor dat de parkiet snel op de lijst van invasieve exoten komt.
Fruitteler Florian de Clercq is bepaald geen fan van de halsbandparkiet. Groene rakkers, noemt hij de opvallende vogels die in West-Nederland de laatste jaren sterk uitbreiden in aantal.
Ze hebben een ‘nare roep’, maar wat veel erger is, de aanwezigheid van de parkieten in zijn boomgaarden leidt tot veel schade. Bij hem gaat het algauw om € 30.000. Maar om te zeggen dat ze allemaal doodgeschoten moeten worden, nee, dat vindt hij nou ook weer niet.
Vergoeding schade
De Clercq hoopt erop dat er ‘speelse methoden’ worden bedacht om de schade te beperken. “Die zijn er helaas nog niet. We weten nog veel te weinig van die gifgroene rakkers met hun oranje snavel. De schade moet wel vergoed gaan worden. Het kan toch niet zo zijn dat alleen fruittelers de dupe zijn van die parkieten.”
De Clercq is eigenaar van landgoed De Olmenhorst in Lisserbroek (N-H.), niet ver van Haarlem en Amsterdam. Het landgoed omvat onder meer 14 hectare appels en 5,5 hectare peren, biologisch geteeld.
Lees verder onder de foto.
Schade in 5 jaar met 50% toegenomen
CLM Onderzoek en Advies heeft onlangs de parkietenschade in kaart gebracht via een enquête onder fruittelers. Ook De Clercq werd benaderd. De uitkomst van het onderzoek is veelzeggend: in de afgelopen 5 jaar is de schade in de sector met 50% toegenomen. Tussen 2005 en 2015 is de populatie halsbandparkieten verdubbeld, vooral in de Randstad. Vooral fruittelers in de directe omgeving van de steden zijn de dupe.
5% van het fruit is onverkoopbaar
Appels aangetast
De ellende is dat halsbandparkieten steeds maar 1 of 2 happen nemen en vervolgens naar de volgende vrucht gaan. “Altijd vliegen ze in groepen rond. De appel heeft een wond en daar komen schimmels in. Zo worden de omringende appels ook aangetast. Dus moeten we de aangepikte appels en peren zo snel mogelijk verwijderen. Dat is een vervelende klus, kost veel tijd en je ziet de aangetaste appels natuurlijk nooit allemaal. Ik schat dat hierdoor 5% van het fruit onverkoopbaar is.”
Boomgaarden overdekken
De halsbandparkiet was 5 jaar geleden veel zeldzamer. Eigenlijk best grappig om te zien. De Clercq maakte zich er geen zorgen over. Maar nu is de vogel een stamgast. Jaar in, jaar uit constateert hij meer schade. Onderzoekers raden fruittelers aan om de boomgaarden te overdekken. De Clercq: “Dat is onbetaalbaar, bovendien vind ik netten niet passen bij ons landgoed. Een ander advies is om de parkieten buiten de fruitpercelen bij te voeren met zaden en noten. Zie ik ook niet zitten. Bijvoeren leidt tot meer parkieten en dus op termijn tot meer schade.”
Met de halsbandparkiet loopt het echt uit de hand
Veel oude bomen
Landgoed De Olmenhorst bestaat meer dan 150 jaar. Er staan veel oude bomen rond de fruitpercelen. Dat trekt vogels aan, zoals mezen, maar ook halsbandparkieten. De Clercq accepteert dat hij enige schade oploopt. “Dat is de consequentie van onze keuze om op deze manier ons landgoed te beheren. Die oude bomen gaan wij niet kappen. Maar met de halsbandparkiet loopt het echt uit de hand. Deze schade kun je niet alleen op het bordje van de fruittelers rond de grote steden leggen.”
Regelgeving loopt achter de feiten aan
Invasieve exoten
Hij pleit ervoor dat de halsbandparkiet op de lijst van invasieve exoten komt, waardoor er meer mogelijkheden komen om tegen de soort op te treden en zo schade te voorkomen. “Daarom is het goed dat de parkiet nu wordt gemonitord en de groei van de schade in kaart is gebracht. Regelgeving loopt per definitie achter de feiten aan. De harde cijfers dwingen hopelijk tot opname van de halsbandparkiet op de lijst.”
De Clercq wil fruit telen in balans met natuur en landschap. “Die balans wordt nu verstoord. Het makkelijkste is om te roepen: ‘let’s kill the bastards’. Doe ik niet. We moeten meer te weten komen over de halsbandparkiet. Dan vind je vanzelf methoden om de schade in te dammen. Het onderzoek van CLM is hiervoor de eerste stap.”