Foodwatch heeft volgens directeur Nicole van Gemert al veel successen geboekt. Bijvoorbeeld op het gebied van het gebruik van pesticiden en van minerale olie in verpakkingen. Ze verwacht dat Foodwatch altijd nodig blijft om een tegengeluid te laten horen. “De regering staat steeds machtelozer ten opzichte van de grote bedrijvenlobby. Gelukkig kunnen wij met onze grote achterban een tegenmacht bieden.”
Nicole van Gemert is inmiddels vier jaar directeur van Foodwatch. “Ik heb heel lang in de politiek gezeten. Ik ben beleidsmedewerker geweest op het gebied van landbouw, natuur en visserij. Daarna ben ik directeur geweest bij Bont voor Dieren. Na tien jaar had ik al mijn doelstellingen behaald: er wordt geen bont meer gefokt in Nederland. Daarom ging ik op zoek naar wat anders. Ik kwam de vacature van Foodwatch tegen. Deze sprak me gelijk aan. In deze functie komt al mijn werkervaring samen.”
Macht van bedrijven is superslim, maar ook hartstikke gemeen
Foodwatch is volgens Van Gemert de enige consumentenrechtenorganisatie die volledig onafhankelijk is. “Die status willen we behouden. Wij nemen geen subsidiegeld aan en fungeren echt als luis in de pels. Daardoor hebben wij een andere rol In het debat dan bijvoorbeeld het Voedingscentrum en de Consumentenbond. We confronteren en staan bekend om ons onderzoek. Daar besteden we echt heel veel aandacht aan.” Daar ligt volgens haar ook een belangrijk verschil met de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (Efsa). “Dat is één grote lobbyclub. In de discussie rond glyfosaat heeft deze organisatie ongeveer tweehonderd wetenschappelijke rapporten over dit onderwerp gelezen. Driekwart daarvan was afkomstig van de industrie.” In Nederland hebben we de NVWA. “Dit is een aardige club met helaas veel ondercapaciteit.”
Tegenmacht
Bedrijven proberen op allerlei gebieden de dienst uit te maken, benadrukt Van Gemert. “Wij laten een tegengeluid horen. Zo zijn we een internationale campagne gestart tegen voedselspeculatie. Speculeren met voedsel is natuurlijk normaal. Het doel daarvan is de totstandkoming van een gegarandeerde prijs voor de boer. Maar bij de start van de oorlog is het beschikbare graan direct opgekocht. Dit wordt vastgehouden, waardoor de prijzen stijgen. Wij willen dat er een limiet gesteld wordt aan de posities die speculanten in hun bezit mogen hebben. Maar het is voor ons heel lastig om op te boksen tegen de grote agrolobby.”
Je kunt niet palmolie verkopen en zeggen dat het product geen palmolie bevat
Dat er door de oorlog in de Oekraïne niet genoeg graan zou zijn, vindt ze onzin. “Ons brood wordt gemaakt van het graan dat vorig jaar al geoogst is. Binnen een week na de start van een oorlog mochten fabrikanten hun etiketten versoepelen. Als ze in plaats van zonnebloemolie raap- of palmolie gebruiken, dan hoeft dat niet op het etiket vermeld te worden. Dat is bizar. Als bedrijven wel in staat zijn om de receptuur aan te passen, maar niets aan het etiket hoeven te veranderen, dan is dat tegenstrijdig. Plak er desnoods een sticker op. Je kunt niet palmolie verkopen en zeggen dat het product geen palmolie bevat. Consument hebben het recht om te weten wat ze eten. Dat kun je niet zomaar veranderen onder de mom van crisis. De regels falen.”
Separatorvlees
Een belangrijk onderwerp vindt ze de controle op separatorvlees. “We hebben hier vier jaar lang onderzoek naar gedaan en vallen continu van de ene in de andere verbazing. Het vlees kan niet meer worden getraceerd en doordat de structuur van het vlees is veranderd, kun je zelfs in het laboratorium niet meer testen van welke dieren het afkomstig is. Bovendien is het vlees door de machinale scheiding, het vermalen en persen gevoeliger voor bacteriële infecties. Helaas blijkt uit ons onderzoek dat er onvoldoende traceerbaarheid en controle is. Daarmee overschrijdt de Nederlandse staat de Europese wet.”
Foodwatch vindt dat de overheid voor een goede controle moet zorgen. “Primair ligt de verantwoordelijkheid bij de producent, maar die gaat eventuele misstanden natuurlijk niet melden. Daarom eisen wij van de overheid dat zij gaat controleren. Daarom hebben we een kort geding bij de Staat aangespannen. Wij willen dat er meer inzicht wordt vergaard in de separatorvleesindustrie, dat de Staat ervoor zorgt dat levensmiddelenbedrijven hun eigen bronnen kunnen identificeren en dat op etiketten van levensmiddelen wordt aangegeven dat een voedingsmiddel separatorvlees bevat en uit welk slachthuis het afkomstig is.”
Ik ben hoopvol over verandering en blijf altijd door strijden
Ze is benieuwd naar het oordeel van de rechter. “Als we verliezen en dan hebben we nog steeds laten zien hoe belangrijk het is om voor een betere voedselveiligheid te strijden. Bovendien gaan we zelf proberen het bewijs te leveren.”
Pesticiden
Een ander voorbeeld is het pesticidendossier. “Jaarlijks vragen wij bij de NVWA de resultaten op rond het gebruik van insecticiden. Afgelopen jaar bleken op rozijnen meer dan dertig verschillende soorten pesticiden gebruikt te zijn. Met onderzoek willen we laten zien wat de impact van het gebruik is. We zijn erachter gekomen dat veel vergunningen voor pesticiden zonder voorgeschreven veiligheidstoets worden verlengd. Tijdgebrek zorgt dat de toets voor onder meer hormoonverstorende stoffen of stoffen die schade kunnen toebrengen aan het ongeboren kind, buiten de normale procedure worden verlengd. Het heeft geleid tot politieke meerderheden in Den Haag en Brussel die oproepen tot een einde aan deze praktijk.”
Minerale olie in verpakkingen
Ook de strijd tegen minerale olie, die gebruikt wordt voor verpakkingen, heeft volgens Van Gemert z’n vruchten afgeworpen. “De Nederlandse overheid zegt dat de bedrijven zelf verantwoordelijk zijn, maar wij vinden dat ze gecontroleerd moeten worden.” Daarom onderzocht Foodwatch 120 pakken rijst, pasta, cornflakes en andere voedselproducten. “Wat blijkt: veel bekende A-merken en huismerken zijn vervuild met minerale oliën. Na onze oproep aan Nederlandse supermarkten om vervuiling van voedsel met schadelijke minerale oliën tegen te gaan, beloofden meer dan dertien supermarktketens en verschillende fabrikanten om maatregelen te nemen.”
Van Gemert verwacht dat Foodwatch altijd nodig blijft om een tegengeluid te laten horen. “We voeren de publieke druk en politieke druk op. En onder de juiste druk wordt uiteindelijk alles vloeibaar. Ik ben hoopvol over verandering en blijf altijd door strijden.”