“We zijn blij met het goede weer. Maar het gewas is ook goed door de donkere periode heen gekomen”, zegt Luuk van Duijn van auberginekwekerij Gebroeders Van Duijn in Steenbergen (Brabant).
In week 6 is de oogst van aubergine begonnen van het ras Rosheen op onderstam Kaiser met plantdatum 6 en 7 december. In week 7 zijn de laatste hartvruchten eraf geknipt en vorige week de vruchten van de tweede ring. “We knippen nu op een vruchtgewicht boven 200 gram. We komen in week 8 op een productie van zo’n 400 gram per vierkante meter”, zei Van Duijn begin vorige week.
Plant ‘stilgezet’
Het is gelukt om de hartvruchten er allemaal aan te krijgen. Door het donkere weer moesten met name de nachttemperaturen flink omlaag. In week 5, rond de zetting van de hartvruchten, hield hij een nachttemperatuur aan van 16 graden en dagwaardes tot 22 graden. “We hebben de plant eigenlijk een beetje stilgezet en gingen al om 15 uur naar de nacht.”
Vocht en temperatuur sparen
De etmaaltemperatuur lag in week 7 al weer ruim een graad hoger dan twee weken eerder: op 20 tot 20,5 graden. Bij mooi weer mag de temperatuur over dag oplopen tot 26 graden, in de nacht wordt 17,5 graden aangehouden. Nu duurt de dag bij veel zon tot 17.30 uur en bij donker weer een uur korter. In de middag gaat het scherm al dicht onder een lichtintensiteit van 285 Watt. “We willen zo vocht en temperatuur vast houden. Daarom staat er maar een beetje buistemperatuur in. Door langzaam naar de nachttemperatuur te zakken, blijven de vruchten langer warm en groeien ze goed uit.”
Op groei werken
Begin vorige week was de plantbelasting 10 vruchten per vierkante meter, verdeeld over 3 stengels per plant. De stengels zijn goed ontwikkeld, de bloemen zijn sterk en de zetting is goed. “We kunnen daardoor de focus op de groei houden. We willen voorkomen dat het gewas net als vorig jaar te schraal wordt.” Om vocht vast te houden wordt tot nu toe nauwelijks gelucht. “We zijn pas net voor het laatste weekend van februari begonnen met luchten.”
Meer schermen en gieten
Behalve het vroeg sluiten van het scherm is ook het ruimer gieten bij mooi weer een vegetatieve actie. “De verschillen tussen lichte en donkere dagen zijn groot. We willen dan 15 tot 20% drain realiseren en op donkere dagen geen drain.” Op mooie dagen geeft hij 7 beurten van 150 cc per plant, op donkere dagen 3 beurten. De ec van het druppelwater staat nog steeds op 3, maar wordt op lichte dagen met maximaal 0,3 verlaagd tussen 100 en 400 Watt-instraling.
Macrolophus preventief inzetten
Het gewas is nog vrijwel helemaal vrij van plagen. Op een plekje werd groene perzikluis gevonden. Die planten zijn gespoten en er zijn volvelds Aphidius-sluipwespen uitgezet, 8 kokers op 8,5 hectare. De Montdorensis-roofmijten zijn al begin januari ingezet. “Ik zie ze nog niet buiten de rijen waar ze zijn ingezet, maar er is ook nog geen trips.”
Vorige week is de eerste dosis Macrolophus (0,5 per m2) ingebracht. In week 9 begint het bijvoeren en in week 10 komt de tweede zending roofwantsen. Macrolophus en Montdorensis worden preventief ingezet. De andere natuurlijke vijanden komen als er plagen zijn gevonden. Er is op een plekje wittevlieg gesignaleerd. Daarom zijn nu volvelds wat Encarsia-kaartjes opgehangen, en in de haard extra veel.
Langwerkende waterstofperoxide
Overmatige wortelgroei is nog niet gezien. “We hadden er vorig jaar best veel last van. Maar ik verwacht dat het nu veel minder zal zijn. We hebben het hele drainagesysteem gerenoveerd omdat het lek was. Nu is het water veel schoner.”
Om geen risico te nemen en het systeem schoon te houden, wordt vanaf de start waterstofperoxide meegegeven. In de beginfase is dat Huwa-San, waterstofperoxide op basis van zilverionen. “Dat werkt langer door in het systeem, ook als de waterstofperoxide is geneutraliseerd. Dat is belangrijk omdat het water in het begin lang stil staat in het systeem omdat er zo weinig wordt gegoten. Als we meer gaan gieten, dan schakelen over op gewone waterstofperoxide.”
Auteur: Gerard Boonekamp