De rechter kiest de kant van een teler. Een aanslag op de boekwinst van tuinbouwgrond vervalt.
Het gestopte bedrijf hoeft een heffing niet te betalen die door de belastingdienst was opgelegd. Het verschil van inzicht was onder meer de hoogte van boekwaarde van de grond van 3 hectare. Daarop heerst een glastuinbouwbestemming.
De verkoop van de grond in 2014 voor € 435.000 was niet opgevoerd in de aangifte over dat jaar. De Belastingdienst liet vervolgens een onderzoek doen naar de waarde van het bezit van de oud-teler en kwam tot een verhoogde aanslag, onder meer over de boekwinst van de grond.
Aanslag te laat opgelegd
De oud-teler heeft naast inhoudelijke argumenten tegen de aanslag ook aangevoerd dat de aanslag te laat is opgelegd. Op dat punt geeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant de teler al in eerste instantie gelijk. De aanslag kwam in 2019 en had op 31 december 2018 uiterlijk kunnen worden neergelegd bij de teler.
De Belastingdienst stelt dat de termijn van drie jaar niet vestreken is. Er is namelijk uitstel van betaling verstrekt, maar de fiscus kon niet bewijzen dat de oud-teler om dat uitstel had gevraagd. Deze ontkent dit uitstel te hebben gevraagd, waardoor de rechter het besluit van de Belastingdienst vernietigt.
