Doorgaan naar artikel

‘Fiscaal voordeel bedrijfsovername discrimineert’

De voor boeren gunstige bedrijfsopvolgingsfaciliteit bij de overdracht van een onderneming is niet eerlijk ten opzichte van belastingbetalers die geen gebruik kunnen maken van die faciliteit.

Dat oordeelt advocaat-generaal  Robert IJzerman in een een principezaak die door staatssecretaris Weekers aan de Hoge Raad is voorgelegd.



IJzerman stelt dat de bedrijfsopvolgingsfaciliteit moet worden gezien als “een willekeurig vastgesteld fiscaal privilege ten faveure van een beperkte groep”. De fiscale voordelen bij bedrijfsopvolging moeten ook worden toegekend aan erfgenamen die een ander vermogen dan een bedrijfsvermogen erven, vindt de advocaat generaal.



Als de Hoge Raad het advies van de advocaat-generaal overneemt, heeft dat niet direct gevolgen voor de bedrijfsopvolgers. Maar belastingdeskundigen verwachten dat het ministerie van Financiën de regeling dan zal aanpassen om geen belastinginkomsten mis te lopen. Dat zal op den duur betekenen dat de bedrijfsopvolgingsfaciliteit onder druk komt. Volgens een berekening van IJzerman mist Weekers maximaal ongeveer 400 miljoen euro aan inkomsten als het fiscale voordeel niet alleen aan bedrijfsopvolgers wordt toegekend.



De bedrijfsopvolgingsfaciliteit is sterk onder vuur gekomen na een uitspraak van de rechtbank in Breda. De Bredase rechters oordeelden dat de belastingregels die onderscheid maken tussen ondernemingsvermogen en privévermogen in strijd zijn met het gelijkheidsbeginsel dat is vastgelegd in internationale verdragen. De fiscus mag wel onderscheid maken tussen bedrijven en privépersonen, maar dat verschil moet wel binnen aanvaardbare grenzen blijven, vond de rechter.



De bedrijfsopvolgingsfaciliteit moet  ervoor zorgen dat bedrijven niet als gevolg van het overlijden van de eigenaar uit elkaar vallen.



Naar aanleiding van de uitspraak in Breda regende het bezwaarschriften bij de fiscus. Staatssecretaris Weekers heeft in overleg met de belangenorganisaties van belastingadviseurs en notarissen zes bezwaarschriften als voorbeeldgevallen rechtstreeks aan de Hoge Raad voorgelegd, om in één keer duidelijkheid te krijgen.

IJzerman zet in zijn conclusie grote vraagtekens bij de voorziening, die in de loop van de jaren telkens in gunstige zin is aangepast voor bedrijven die naar de volgende generatie worden doorgeschoven. Hij zegt dat de faciliteit is ingevoerd en uitgebreid, zonder dat daaraan een degelijk financieel onderzoek ten grondslag lag. Het ministerie van Financiën heeft geen rapporten waaruit blijkt dat er liquiditeitsproblemen zijn bij de bedrijfsopvolging.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin