Doorgaan naar artikel

‘Financieel komt teler met bonen aan zijn trekken’

De vraag naar peulvruchten groeit. Inmiddels blijken ook enkele exotische bonen in Zeeland goed te gedijen. HAK is onderweg naar een teelt zonder gewasbeschermingsmiddelen, zegt Adri den Dekker, directeur inkoop & landbouw bij HAK.

Dit najaar kwam groente- en peulvruchtenproducent HAK twee keer met bonennieuws. Begin september maakte het bedrijf bekend voortaan structureel kidneybonen van Nederlandse bodem te gaan verwerken. En vorige maand meldde HAK veelbelovende resultaten van proeven met de teelt van kikkererwten in Zeeuws-Vlaanderen. Tot nu toe haalt HAK kidneybonen en kikkererwten uit Noord-Amerika, waar het klimaat gunstiger is. Dat geldt ook voor de zwarte boon, waarmee HAK eveneens in Zeeuws-Vlaanderen experimenteert.

Moderne peulvrucht doet het goed bij consument

Exotische bonensoorten zijn enorm in trek bij het grote publiek, mede door de trend naar meer plantaardig en gezond eten.

Foto: HAK

Foto: HAK

De consumptie van moderne peulvruchten als kikkererwten, kidneybonen, zwarte bonen en linzen blijft in 2018 groeien. Ze verslaat zelfs die van meer traditionele peulvruchten, zoals bruine en witte bonen. Groente- en peulvruchtenfabrikant HAK zette afgelopen jaar 18% meer om in moderne peulvruchten dan het jaar ervoor. 2016 was het Internationale Jaar van de Peulvrucht. HAK is in dat jaar ook met een assortiment in stazakkenverpakking gekomen.

Groente- en peulvruchtenfabrikant HAK haalt het liefst al zijn grondstoffen van dichtbij. Het streven is om de groenten en peulvruchten te telen binnen een cirkel met een straal van 125 kilometer rond Giessen (Noord-Brabant). De reden is om, naast een lage ecologische footprint, een goede controle te hebben op de kwaliteit en duurzaamheid. Inmiddels is dat voor 80% van de grondstof het geval. Teeltgebieden voor de verschillende gewassen liggen in Noord-Holland, Flevoland, Zuidoost-Nederland en het grensgebied met Duitsland en België, Zuid-Holland rond Rotterdam, een gebied met rodekool direct rond de fabriek en vanzelfsprekend de bruine bonen en kapucijners in Zeeland en dan met name in Zeeuws-Vlaanderen. Alles bij elkaar zo’n 2.500 hectare groente- en bonengewassen.

Adri den Dekker (64) is directeur inkoop & landbouw bij HAK. - Foto: Peter Roek

Adri den Dekker (64) is directeur inkoop & landbouw bij HAK. – Foto: Peter Roek

Adri den Dekker is directeur inkoop & landbouw bij HAK. “Kidneybonen en kikkererwten hier telen, is dus weer een stap naar zo dicht mogelijk bij huis telen”, licht hij toe. “Eigenlijk gedijen de meeste exotische bonensoorten nog niet zo goed op onze grond en in ons weer.”

Waarom gedijen de exotische bonen nu ineens wel?

“Kikkererwten gedijen vooral in een subtropisch klimaat met veel warmte voor een goede afrijping. Die is ook nodig om ervoor te zorgen dat de erwt voldoende stevig wordt. Je kunt niet te veel regen hebben, omdat je anders snel met schimmelvorming te maken krijgt. Geholpen door de lang aanhoudende warmte is deze eerste oogst dus goed gelukt. En dat biedt voldoende houvast om volgend jaar het experiment voort te zetten en de rassen, teelt en oogst te optimaliseren.”

Het is duidelijk dat u verse grondstoffen als bladgroenten en doperwten graag dicht bij de fabriek wilt telen. Maar waarom ook een droog product als bonen?

“Wat voor ons eerst telt, zijn de beste kwaliteit en voedselveiligheid. Daar gaan eerst onze wensen, eisen of specificaties over. Maar als die in orde zijn, dan hebben we die grondstoffen liever uit Nederland dan uit het buitenland. En ja, voor verse doperwten ligt het nog wat anders dan voor bewaarbare bonen. Doperwten moeten binnen 5 uur na de oogst in de pot zitten. Voor droge bonen komt dat minder nauw, al willen we die vanwege de smaak wel altijd ruim binnen een jaar na de oogst verwerkt hebben. Maar in beide gevallen zitten we graag boven op de teelt en dat kan in Zeeland nu eenmaal gemakkelijker dan in Noord-Amerika. Al meerdere jaren doen we daarom met CZAV en Termont & Thomaes proeven met verschillende peulvruchten: kleine en grote kidneyboon, kikkererwt, zwarte boon. Witte bonen zijn om kwaliteitsredenen moeilijk goed te telen in Nederland.”

Wat is kwaliteit bij bonen?

“In het algemeen gaat het dan om kleur, smaak, beschadigingen, scheurtjes in de huid die je soms bij Hollandse bruine bonen wel ziet, dat is een zwakte van de schil. Dit droge jaar was dat trouwens niet aan de orde, aangezien de boontjes klein bleven.”

Hoe is de animo onder telers om peulvruchten te telen?

“Pas nog was ik in Zeeland. In 2019 gaan we proeven doen met zwarte boon, kikkererwt en groene erwt. Wat ik daar hoor, is dat er animo is om peulvruchten te telen. Dat zit daar in Zeeuws-Vlaanderen bij de boeren om te beginnen tussen de oren. Zo van: bonen, dat is iets van bij ons. Dat is om te beginnen al best mooi. Maar de bonenteelt past ook goed in een vruchtwisseling met aardappelen en suikerbieten. En financieel komt men wel aan zijn trekken. Ja, wij kunnen de telers hier wel vinden”

Wat leveren de bruine bonen op?

“Normaal is 3 tot 3,5 ton per hectare. 2017 was erg goed met 4 tot 4,5 ton per hectare. In 2018 zal door de droogte de opbrengst blijven steken op 2,5 à 3 ton per hectare.”

Telers nemen vaak tarwe als referentie bij de afweging wel of geen bonen telen

Wat beurt de boer voor bruine bonen?

“Wat wij voor onze inkoop betalen is des HAK‘s, daarover doen we geen mededelingen. We kopen Nederlandse bonen in via CZAV en Termont &Thomaes, maar volgen wel gedurende het seizoen de ontwikkeling van de gewassen. Maar algemeen gesproken kun je zeggen dat telers bij de afweging van wel of geen bonen telen, tarwe als referentie nemen. Zo van, wat is mijn saldo met graan en wat met bonen? Er is geen vrije markt, dus ook niet echt een marktprijs. In gezamenlijk overleg met de telers en handel komen we tot een voor alle partijen acceptabele oplossing. Telers zitten in een klankbordgroep bij Termont & Thomaes. De teler kijkt uiteraard naar wat voor hem het meest interessant is. Daarbij gaat het om wat het gewas opbrengt, de kosten en de rotatie.”

Lees ook Boerderij-oogstnummer 2018: Bram Dieleman, akkerbouwer in Schoondijke (Zeeland), rekent voor bruine bonen met een prijs van 71 cent per kilo en € 1.313 aan toegerekende kosten.

U noemt voedselveiligheid als belangrijk inkoopcriterium voor HAK. Wat betekent dat voor de teler?

“Voor 2020 streven we naar een reductie met 25% van de input aan gewasbeschermingsmiddelen ten opzichte van 2016. Dat baseren we op het milieubelastingpuntensysteem van het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM.) Er zijn al grote stappen gemaakt en we hebben zeer strenge eisen op residuwaarden.

In 2030 willen we dat onze grondstoffen vrij van chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen worden geteeld. Dat is trouwens een afspraak in Vigef-verband.” Vigef is de belangenorganisatie van de grondstoffenleveranciers en producenten van verwerkte groenten, fruit en champignons.

Dus straks zonder chemische middelen?

“Tot die tijd werken we volgens het IPM-principe, integrated pest management, IPM. Dat betekent: mechanisch als het kan, groen als het kan, chemisch als het moet.”

‘Als de milieubelasting omlaag kan, dan vragen we dat van onze telers’

Wat worden de knelpunten?

“De eerste stappen zijn gemakkelijk te zetten. Wat je op rijtjes zaait, is mechanisch goed vrij van onkruid te houden. Die technieken worden steeds beter en preciezer, met onder meer gebruikmaking van robots. Voor de ziektebestrijding worden meer en meer biologische middelen ingezet. Daar zien we ontwikkelingen, Bayer is bezig met groene middelen. We volgen dat nauwgezet. Verder verwachten we veel van rassenveredeling. Ten derde is een gezonde bodem belangrijk. Een weerbare bodem geeft een weerbaar gewas. Dus minder aantasting, dus minder gewasbeschermingsmiddelen nodig. Ik volg rapporten zoals van het Louis Bolkinstituut over de verschillende aspecten van niet-ploegen, diepploegen of daartussenin.

Het heeft nog wel zijn tijd nodig. Neem de proeven met uienolie in waspeen tegen de wortelvlieg. Dat werkt in het petrischaaltje in het laboratorium, maar doet het dat ook in het veld? In de praktijk blijkt het nog niet zo geweldig. We volgen dat. Als de milieubelasting van teelten omlaag kan, dan vragen we dat van onze telers.”

Share this

Afbeelding
Leo Tholhuijsen

Freelance redacteur akkerbouw

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin