De Autoriteit Consument & Markt (ACM) keurt prijsafspraken tussen producenten en afnemers in agrarische sectoren goed. Voorwaarde is de prijsafspraken op een geloofwaardige en transparante wijze tot stand komen. PvdA-senator Ferd Crone onderzocht voor het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) hoe dat in de praktijk kan werken, zodat telers duurzaamheidsinspanningen beloond zien.
Sinds voorjaar 2021 heeft Ferd Crone in opdracht van het ministerie van LNV concrete kansen en belemmeringen voor samenwerking binnen de land- en tuinbouw geïnventariseerd. Zijn conclusie: “Iedereen in de sector wil de huidige impasse doorbreken. Men ziet als centrale opdracht hoe duurzaamheid én een beter verdienmodel zijn te realiseren. Een nieuwe fase van samenwerking is dringend nodig.”
Verdienen boeren en telers te weinig om te kunnen verduurzamen?
“Over het algemeen wel, maar je kunt niet zeggen dat duurzaamheid altijd duurder is. Er zijn koplopers die met een keurmerk een eigen marktaandeel hebben veroverd. Hun product ligt vooraan in het schap. Meer betalen voor producten begint altijd met een kleine groep rijkere consumenten. Onderschat echter niet hoe snel de behoefte aan duurzame producten groeit. Ook kinderen van ouders met middeninkomens stellen hen al de vraag waarom ze geen duurzamere producten kopen.”
U stelt een economische agro-tekentafel voor als nieuwe samenwerkingsvorm?
“Dat producenten en afnemers met elkaar om tafel gaan zitten. Samen de eisen van twee tot drie brede keurmerken vaststellen. En als producten daaraan voldoen, geaccepteerd wordt dat ze voor inkoop duurder zijn en vooraan in het schap liggen.”
Niet met de overheid erbij?
“Ik weet niet of de overheid erbij moet zitten. Mag wel, maar de marktpartijen zijn de essentiële gesprekspartners. Ik stel me eerder voor dat banken aanschuiven.”
Is deze vorm van samenwerken wel realistisch?
“Als maar een deel van de telers samenwerkt dan hebben zij hogere kosten maar niet de voordelen. Daarom moet de overheid zorgen dat alle telers afspraken mogen maken over een schappelijke, geloofwaardige meerprijs. Dat, zeg, een bloemkool 2 cent duurder is, omdat die aan hogere eisen voldoet. Dan moeten de afzetkanalen dat ook betalen nu dat transparant is. Wat niet kan is te veel vragen, alleen om de winst te vergroten.”
Gaat de Autoriteit Consument en Markt hiermee akkoord?
“Bij een geloofwaardig en transparant proces met een maatschappelijk belang gaat de ACM niet dwarsliggen, heeft ze mij verzekerd. Zo’n soort samenwerking juicht de autoriteit alleen maar toe.”
Waarom is dit nooit eerder gebeurd?
“Omdat iedereen om de hete brij heen draait. De overheid heeft nog niet echt duurzaamheidsdoelstellingen vastgesteld en aangegeven hoeveel geld ze voor deze transitie per sector over heeft. Zodra dat bekend is, kunnen producenten zeggen: we moeten zoveel investeren en daarom stellen we gezamenlijk deze meerprijs voor. Weten afzetkanalen ook waar ze aan toe zijn en kunnen ze niet meer zeggen: we doen niet mee.”
Dat wordt geen proces zonder slag of stoot?
“Dat denk ik ook. Bovendien een proces dat niet van vandaag of morgen is gerealiseerd. Echter, beter ruzie aan de onderhandelingstafel dan geen transparantie in de markt. Nu weet de burger niet wie hij moet geloven. Klagen die boeren en telers terecht? Of verdienen ze echt een meerprijs?”
Samenwerking is niet gratis. Je moet elkaar iets gunnen
Kunnen boeren en telers gezamenlijk niet beter een front vormen tegen grote inkoopmachten?
“Ze kunnen aan tafel een front vormen. Dat zie je aan de cao-onderhandelingstafel ook. Elke vakbond heeft zijn eigen standpunten, maar op het eind zijn ze het met elkaar eens om niet tegen elkaar te worden uitgespeeld door werkgeversorganisaties. En vooropgesteld: samenwerking is niet gratis. Je moet elkaar iets gunnen. Als je voor eigen belang gaat, blijf dan maar weg. Eigenbelang is kortetermijnbelang.”
Gaat iedereen meedoen?
“Nagenoeg iedereen schat ik in. En als nagenoeg iedereen meedoet dan vallen, blijkt in de praktijk, de prijsstijgingen door de schaalvoordelen reuze mee. Misschien voelen ondernemers met bijvoorbeeld een nicheproduct en goede lokale afzetmogelijkheden zich niet geroepen, omdat ze betere productprijzen kunnen krijgen. Prima toch, ook al heb ik die verhalen niet gehoord.”
Dus geen lappendeken aan keurmerken meer?
“Inderdaad. Consumenten, maar ook boeren en telers, zien door de bomen het bos niet meer. Hou het bij een of twee brede keurmerken. Laat aan de economische agro-tekentafel duidelijk worden welke keurmerken voldoen en welke niet. Keurmerken die betrouwbaar zijn en waarop onafhankelijke, betrouwbare controle plaatsvindt. Als je te veel keurmerken hebt, vertrouw je er geen een meer.”
Hoe sluit dat aan bij uw idee over een ladder van een duurzaam verdienmodel?
“Het begint met een minimumeisenpakket, lees keurmerk, dat de bodemprijs in de markt bepaalt. Dan volgt handhaving, zodat vertrouwen kan groeien in de rentabiliteit van duurzame investeringsplannen. Onder de prijs duiken wordt beboet, zodat goedwillende agrariërs niet lijden onder de freeriders. Als eenmaal een bodemprijs is bepaald dienen afnemers, ook retailers, zich er aan te committeren. Om het speelveld eerlijk te houden kan op importproduct dat niet aan de minimale duurzaamheidseisen voldoet een heffing worden gelegd. Vervolgens moeten er transitiefondsen komen om agrariërs te ondersteunen bij het veranderen van hun kostenstructuur. De laatste trede is voortrekkers stimuleren. Immers, hoe groter de vraag naar duurzame producten, des te stabieler zal het verdienmodel worden.”
Naar Frans voorbeeld
In Frankrijk is in oktober 2021 bij wet afgesproken dat in de consumentenprijs de oorsprong van het product zichtbaar moet zijn. Ook moet in de prijs transparant zijn wat de kostendekkende prijs voor de agrariërs is, op basis van driejarige contracten met de afnemers uit groothandel en retail. Volgens Crone een inspirerend voorbeeld voor Nederland.
“Dat de overheid het wettelijk verplicht om transparant te zijn in de keten en dat supermarkten duidelijk moeten maken dat ze boven de kostprijs betalen. Dat kan dus in Europa en raar dat het nooit eerder hoefde. Het zou mooi zijn als onder het Franse EU-voorzitterschap in het komende halfjaar dit in alle EU-landen standaard werd.”