‘Faunafonds voelt op voorhand al als zinloos’

Meindert-Jan Botman in Oostwoud verwacht dat hij zo’n twee weken later dan vorig jaar aan de oogst van zijn eerste broccoli kan beginnen.

Zijn vroegste ras is Sirtaki in 96-centimeter potten, de grootste schermen daarvan waren midden vorige week zo’n 2 centimeter groot. “De groei gaat nog niet echt snel, doordat de nachten koud blijven.” Na Sirtaki volgende Koros, Aguiles (speedzels), en Ironman in 96-potten.

De eerste plantingen hebben geen last gehad van vorst, wel van de wind. Behalve aan het gewas, gaf dat ook schade aan de afdekking. “Dat is twee keer gebeurd. Beide keren hebben we het doek zo snel mogelijk gerepareerd, of vervangen. Je wilt het gewas toch zo snel mogelijk weer bedekt hebben.”

Hazen

Alsof dat nog niet genoeg was, meldden zich opvallend veel hazen die door het doek heen aan de planten vreten. “We zitten hier in een omgeving met fruitbomen en grasland, dat is ideaal voor hazen. Het grootste probleem is dat er vorig jaar, ten tijde van de vogelgriep, in het geheel niet gejaagd mocht worden: niet op vogels, en niet op andere dieren.” Het heeft er onder andere toe geleid dat van de drie hectare vroege Ironman, zowat een hectare verloren is gegaan, maakt Botman de balans op. “Je bent per hectare voor 1000 euro aan doek kwijt, en een veelvoud van dat bedrag aan oogstschade. Melding bij het Faunafonds, ziet hij niet zitten. “je moet zo veel hindernissen nemen dat het voor mijn gevoel op voorhand al zinloos is. En dan heb ik het niet eens over het eigen risico en het startbedrag voor de melding.”

Ganzen

In de plantingen die nu in de grond gaan, vormen ganzen, eenden en duiven het grootste gevaar. “We ondernemen van alles met knalapparaten, regelmatig bij de percelen gaan kijken, een laserapparaat, de jager bellen.”

Verder moet er beregend worden. “Dat doen we al even, want de neerslag stelt tot nu toe weinig voor. Vandaar dat we voor de bijbemesting in de vroegste rassen kalksalpeter strooien. Dat lost wat vlotter op dan kalkammonsalpeter. Dat gebruiken we wel in de latere teelten. We werken met de Nitracheck. Mijn vader is daarmee bezig, hij heeft nooit anders gedaan.”