Als export van groente en fruit naar Groot-Brittannië extra tijd aan de grens gaat kosten, is dit een ramp voor de Nederlandse export. Dat zegt directeur Mart Valstar van Best Fresh Group.
Valstar deed deze uitspraak tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer over de gevolgen van de Brexit.
De logistiek van export van verse Nederlandse kasgroenten naar Groot-Brittannië luistert volgens hem zo nauw, dat extra tijd bij de grens ervoor zorgt dat het hele traject mis loopt. “Naar Londen zal het nog wel gaan, maar er zijn ook vrachtwagens die in Engeland nog 500 kilometer moeten rijden. Deze transporten komen dan niet op tijd bij de klant aan”, zegt hij.
Groot-Brittannië is voor twee derde afhankelijk van de import voor de voorziening van groente en fruit. De Nederlandse glasgroentesector speelt hierbij een belangrijke rol.
‘Handelsrelatie in stand houden’
Gert Mulder, directeur van het GroentenFruithuis benadrukt dat ondanks het wederzijdse belang de handelsrelatie tussen Groot-Brittannië en Nederland niet automatisch standhoudt. “Groot-Brittannië kan ook zaken gaan doen met Turkije of Noord-Afrikaanse landen. Het is zaak dat bij de gesprekken de sfeer goed blijft en dat er zo veel mogelijk wordt gekeken naar een praktische oplossing. We moeten voorkomen dat er veel hoge politiek wordt bedreven hierover. Groot-Brittannië is een trots land”, zegt Mulder.
‘Nauwelijks groei Brits areaal glasgroenten’
Valstar verwacht niet dat de productie van groenten meer zal verplaatsen naar Groot-Brittannië. “We hebben in Nederland 5.000 hectare glasgroente, in Groot-Brittannië is dit 500 hectare. In Duitsland kunnen ze auto’s bouwen, wij kunnen groente telen in kassen”, zegt hij. De kennis en de hoge investeringskosten zorgen er volgens hem voor dat het areaal glasgroenten in Groot-Brittannië niet snel zal toenemen, ook niet na de Brexit.