Doorgaan naar artikel

Extra inspannen nodig om KRW-doelen te halen

Om te voldoen aan waterkwaliteitseisen van de Kaderrichtlijn Water moeten er nog flinke stappen worden gezet. Na verplichte algemene maatregelen lijkt vooral een individuele aanpak op bedrijven de laatste verbeteringen te moeten geven, in combinatie met ondersteuning van overheden.

Alle EU-lidstaten moeten in 2027 voldoen aan de Kaderrichtlijn Water (KRW). De verwachting is dat veel waterlichamen in dat jaar waarschijnlijk toch nog niet zullen voldoen aan alle gestelde doelen, om een ‘goede toestand’ te bereiken voor Europese wateren en grondwater. Verbeteringen gaan te langzaam. Slechts 1% tot 2% van de wateren voldoet nu pas.

Het zogenoemde one out – all out-principe zorgt daarbij wel voor een sterk vertekend beeld. Als een waterlichaam niet aan het gehele pakket van alle daaraan gestelde eisen en normen voldoet, dan wordt de kwaliteit van dat gehele water afgekeurd. Dus is het bijvoorbeeld sterk verbeterd van voorheen twee afdoende punten op totaal zeven beoordelingscriteria, naar zes van de zeven criteria, dan beoordeelt de KRW dat water nog steeds als volledig onvoldoende. Dat terwijl naar alle individuele kwaliteitsnormen gekeken al grote vooruitgang is en wordt geboekt in Nederland. Daarom heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ook een visiedocument naar de EU gestuurd om de voortgang op de laatste manier te beoordelen.

Laten wij zorgen dat het in ieder geval niet aan ons als glastuinbouw ligt, als de doelen niet gehaald zouden worden

Dat is echter voor de tuinbouw nog zeker geen reden om achterover te gaan leunen. Beleidsspecialist Water en Omgeving Guus Meis van Glastuinbouw Nederland: “Laten wij zorgen dat het in ieder geval niet aan ons als glastuinbouw ligt, als de doelen niet gehaald zouden worden. Dat zijn wij als sector aan ons imago verschuldigd. In het totale speelveld van waterkwaliteit vormen wij als glastuinbouw slechts een radertje. Maar als intensieve agrarische sector staan we wel prominent in beeld.” Want voor milieuorganisaties is het altijd makkelijk scoren met berichten over ‘gif’ in de sloten.

Gevolgen van niet halen KRW-doelen

Als de KRW-doelen in 2027 niet gehaald worden, kan Nederland boetes of dwangmaatregelen van de EU opgelegd krijgen. Die boetes kunnen naar lagere overheden doorgeleid worden, zodat ook de tuinbouw dat uiteindelijk gaat voelen. Daarnaast neemt de kans op rechtszaken de komende jaren toe. Belanghebbenden kunnen via de rechter extra maatregelen afdwingen, of afgiftes (bouw)vergunningen laten weigeren, indien investeringen een negatieve invloed zouden kunnen hebben op de waterkwaliteit.

Met de Omgevingswet, in werking sinds 1 januari dit jaar, is veel meer bevoegdheid terechtgekomen bij lagere overheden. Dit vergroot de kans dat overheden op lokaal niveau besluiten dat bepaalde middelen daar niet meer mogen worden toegepast. Ook op de beschikbaarheid van gewasbeschermingsmiddelen heeft de waterkwaliteit invloed. Als er ‘te veel gedoe’ is rond middelen die normoverschrijdingen veroorzaken in het oppervlaktewater, kan dit voor toelatingshouders reden zijn om toelatingen in te trekken of niet langer te verdedigen en te verlengen.

Voor de laatste waterkwaliteit-verbeteringen is extra aandacht voor individuele bedrijfssituaties nodig. – Foto: Peter Visser Voor de laatste waterkwaliteit-verbeteringen is extra aandacht voor individuele bedrijfssituaties nodig. – Foto: Peter Visser

Coaching bij terugdringen emissies middelen

Om emissies van gewasbeschermingsmiddelen verder terug te dringen, is in diverse regio’s al een intensief traject gestart met watercoaches of emissiecoaches. Onafhankelijke, daartoe opgeleide adviseurs gaan langs bij vollegronds- en glastelers om de bedrijfsvoering te verbeteren op het gebied van emissiebeperking. Dit gaat verder dan kennis van handhavers van waterschappen. Die hoeven niet noodzakelijkerwijs altijd ter zake kundig te zijn op het gebied van specifieke bedrijfsprocessen om hiaten op te kunnen sporen. Het adviestraject met de telers is vertrouwelijk. Wel zou het goed zijn als bij waterschappen inzichtelijk gemaakt kan worden waar de watercoaches zijn geweest. De handhavers kunnen hun capaciteit dan effectiever inzetten op andere locaties.

Zelfs voor telers die hun watersystemen op orde hebben, kan een watercoach nuttig zijn. Soms is er sprake van bedrijfsblindheid. Waar in de glastuinbouw bijvoorbeeld met enorme waterhoeveelheden wordt omgegaan, en dagelijks soms een paar honderd kuub water naar binnen wordt gepompt, is een plekje ‘waar het druppelt’ dan makkelijk te onderschatten. Toch kan de optelsom van bijvoorbeeld een aantal loshangende druppelaars op jaarbasis tot best grote getallen aan liters lekstromen leiden.

Harde handhaving

De inzet van watercoaches zal niet alle lozingen richting oppervlaktewater kunnen voorkomen. Er blijft ook een percentage notoire uitbuiters. In de glastuinbouw zijn dat vaak huurtuintjes. Daar wordt onvoldoende aandacht besteed aan of geïnvesteerd in het voorkomen van emissies. Als er bijvoorbeeld geen recirculatiesysteem aanwezig is en er wordt toch een steenwolteelt neergelegd, dan is het logisch dat ongewenste stoffen uitspoelen. Hier zal echt harde handhaving nodig zijn. Waterschappen verschuiven daardoor terecht van een eerder vooral adviserende en meedenkende rol naar een meer controlerende rol met lik-op-stukbeleid. Ook goedbedoelende teeltbedrijven met een incidenteel probleem zullen helaas af en toe meer last krijgen van die hardere lijn.

Niet aan alle telers nog weer strengere eisen en maatregelen opleggen, omdat landelijk nog steeds niet aan de normen wordt voldaan

Beheersen meststoffenemissies ook ingewikkeld

Beheersen en controleren van de nutriëntenhuishouding, om binnen nitraat- en fosfaatnormen van de KRW te blijven, is eveneens ingewikkeld. Anne Wietse Boer, themaspecialist Water bij LTO: “Dat zou geregeld moeten zijn in de mestwetgeving en de Nitraatrichtlijn van het 7e en 8e actieprogramma. Daar zouden werkbare maatregelen uit moeten komen. Maar als je je daar als vollegrondsteler of boer aan houdt, blijkt de waterkwaliteit toch nog niet voldoende te verbeteren.”

“Daarom zou je moeten kunnen inzoomen op gebiedjes waar toch nog steeds normoverschrijdingen plaatsvinden. Wat gebeurt daar? Wat zijn de bronnen van overschrijdingen? Want naast landbouwgerelateerde, zijn er nog andere bronnen. Zoals in kustgebieden, waar veel fosfaten als kwel naar het oppervlaktewater komen, off andere natuurlijke en historische bronnen waar stikstof en fosfaat uit vrijkomen. Denk daarbij aan voedingsrijke kwel die via diep grondwater uit verderop gelegen gebieden komt”, zegt Boer.

“Daar moet heel gericht lokaal naar gekeken gaan worden. En niet heel generiek aan alle telers in Nederland nog maar weer strengere algemene eisen en maatregelen gaan opleggen, omdat landelijk nog steeds niet aan de normen wordt voldaan. Dat gaat niet werken. Focus liever helemaal op gebieden die het niet halen, en stop geen energie meer in regio’s waar het al wel lukt. We moeten telers en boeren die hun best doen, vrijwaren van onnodige extra verplichtingen. Er zijn deelstroomgebieden waar we nu al onder de norm voor 2027 zitten.”

Op zandgronden zit metersdiep vaak water dat er al eeuwenlang ligt. Dat nitraat heeft niets te maken met wat telers doen

Nitraatgehalten snel hoger dan de norm

In zand- en lössgebieden zijn nitraatgehalten in het ondiepe grondwater gemiddeld al snel hoger dan de norm. Dit belemmert het halen van ecologische KRW-doelen. Bloemkoolteler Ton Slagter, tevens bestuurslid Vollegrondsgroente binnen de vakgroep Akkerbouw & Vollegrondsgroente van LTO: “Op zandgronden zit metersdiep vaak water dat er al eeuwenlang ligt. Dat nitraat heeft niets te maken met wat telers doen in hun bedrijfsvoering. En je kunt ook niet zomaar zeggen: ‘we moeten zwaardere straffen uitdelen’. Je kunt toch niet teelten gaan afsluiten op zandgronden waar de uitspoeling sneller verloopt? Dan verdwijnen hele teelten zoals prei en asperge uit Nederland. Willen we dat gaan doen? We komen nu al grond tekort om voldoende voedsel te produceren. Kijk eens naar afgelopen maanden. Er was tijdelijk geen spinazie. Daar stonden de kranten toen al bol van.”

Bij nitraat- en fosfaatgehaltes in het oppervlaktewater is ook de invloed van stedelijke uitstoot relevant. Boer: “Zuiveringsinstallaties hebben de opgave om een bepaald percentage aan hoeveelheid verontreiniging uit het water te halen, bijvoorbeeld 80%. Maar van de resterende 20% die via grotere watergangen ook in sloten bij telers terecht kan komen, is niet bekend of die dan bijvoorbeeld nog 20 of misschien wel 60 milligram nitraat per liter bevat.”

Alleen overlooppijpjes met bekende en toegestane functie hoeven niet afgedopt te worden. - Foto: Groenten & Fruit Alleen overlooppijpjes met bekende en toegestane functie hoeven niet afgedopt te worden. – Foto: Groenten & Fruit

Verschillen met normen in buurlanden

Na Europese vergelijking en evaluatie over een zevenjarige periode van de N- en P-normen is er een EU-advies naar de lidstaten uitgegaan om zo nodig de algemene normen te verscherpen. Sommige landen, zoals Nederland, hebben daar wel wat mee gedaan, andere lidstaten niet. Desondanks zijn verschillen in de strengheid van normstelling tussen Nederland, Duitsland en België vrij gering.

Boer: “Maar naar telers toe kun je die verschillen toch niet uitleggen. Een bepaalde beek voldoet netjes aan alle normen. Een meter verder, waar diezelfde beek met dezelfde waterkwaliteit verder stroomt over de landsgrens heen, voldoet het water in Nederland dan ineens niet meer aan de norm. Dat veroorzaakt frustratie.”

Extra inspanning gevraagd

Omdat er nog te vaak normoverschrijdingen van gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater worden gemeten, zijn er extra stappen nodig om de kwaliteit te verbeteren. “Algemene, beperkende maatregelen hebben nog onvoldoende effect”, stelt LTO’er Boer. “Er zijn nog steeds ‘missertjes’. Het actief opzoeken van lekkages van gewasbeschermingsmiddelen moet beter.” Meis constateert hetzelfde: “Voor die laatste loodjes zijn generieke verplichtingen onvoldoende. Nieuwe algemene maatregelen die de waterkwaliteit nog verder kunnen verbeteren, zoals eerder de zuiveringsplicht, zijn er nu niet meer.”

De winst zal dus gehaald moeten worden uit gezamenlijke extra inspanningen op de teeltbedrijven zelf en bij gemeenten en waterschappen. Voor die verbeterslag bij telers is in de glastuinbouw onder andere het ‘goed huisvaderschap’ geïntroduceerd als extra inspanning, een lijst met tien acties die telers helpt om hun verantwoordelijkheid te nemen in het verbeteren van de waterkwaliteit.

Bekijk meer

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin