De economische effecten van de Biodiversiteitsstrategie en de Van-Boer-tot-Bordstrategie zijn hoogst onzeker.
De grote lijn is echter duidelijk: de landbouwproductie daalt bij de uitvoering van de plannen in de periode tot 2030. De landbouwinkomens blijven over het geheel op gelijk niveau, de producenten- en consumentenprijzen stijgen, met name voor vlees. Dat blijkt uit een studie van het Joint Research Centre van de Europese Commissie (JRC), dat echter tal van slagen om de arm houdt bij de conclusies.
Productiedaling en meer invoer
Granen en koolzaad dalen zowel in areaal als in productieomvang, de veehouderij wordt kleiner en de productie van groente gaat omlaag, evenals de productie van meerjarige gewassen. De vlees- en zuivelproductie binnen de EU gaan omlaag, met als gevolg dat de invoer van met name vlees van buiten de EU zal toenemen. De berekende productiedalingen variëren van enkele procenten tot ongeveer 15%.
Oplopende milieuwinst
De milieuwinst (minder uitstoot van broeikasgassen, minder uitstoot van gewasbeschermingsmiddelen en nutriënten) loopt op tot tientallen procenten. De uitstoot van stikstof(verbindingen) daalt in alle lidstaten, volgens de modelberekeningen, met uitzondering van enkele regio’s waar meer varkens en rundvee worden gehouden. Met name Spanje, Portugal, Duitsland, Nederland en Oostenrijk worden genoemd als landen met een negatieve stikstofbalans.
Beperkte inkomenseffecten
De inkomenseffecten zijn binnen het model beperkt. Weliswaar wordt de omvang van de veestapel kleiner, maar de producentenprijzen stijgen binnen het model zoveel dat het prijseffect over het geheel genomen de verkleining van de veestapel meer dan compenseert, waardoor de inkomens in de veehouderij nog omhoog gaan. In het model is geen rekening gehouden met een verandering van het consumptiepatroon naar meer plantaardige diëten.
Eigenlijk had deze studie er moeten zijn voordat de onderhandelingen over de hervorming van het GLB begonnen
SGP-Europarlementariër Bert-Jan Ruissen
Bert-Jan Ruissen: voorzichtig met ingrijpende omslagen in landbouw
Europarlementariër Bert-Jan Ruissen (SGP), die eerder aandrong op openbaarmaking van de studie, zegt in een eerste reactie dat “dit rapport bewijst dat we voorzichtig moeten zijn met ingrijpende omslagen in de landbouw. Dit kan onze voedselvoorziening in gevaar brengen”. Hij is er met terugwerkende kracht tevreden over dat de doelstellingen in de Van-Boer-tot-Bordstrategie en de Biodiversiteitsstrategie niet als verplichte elementen zijn opgenomen in de hervorming van het landbouwbeleid, zoals Europees commissaris Frans Timmermans wilde. Eigenlijk had deze studie er moeten zijn voordat de onderhandelingen over de hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) begonnen, zegt Ruissen.
Vier doelstellingen
Het JRC keek naar vier doelstellingen:
- de vergroting van het biologisch areaal (tot 25% van het totale areaal);
- de vermindering van het middelengebruik (-50%);
- de vermindering van het (kunst-)mestgebruik (-20%);
- de vermindering van het gebruik van antibiotica (-50%).
Europese landbouworganisaties (Copa-Cogeca), het Europees Parlement en de Europese landbouwministers hebben lang aangedrongen op een doorrekening van de plannen van de Europese Commissie. Ruissen stelde schriftelijke vragen aan de Europese Commissie toen de eerste voorlopige resultaten van de JRC-studie uitlekten, terwijl de Europese Commissie tot dan toe bij hoog en laag volhield dat er geen studie was of werd gedaan.
Doorrekenen met Capri-model
Voor de doorrekening is gebruik gemaakt van het zogenoemde Capri-model, dat ook wordt gebruikt om effecten van het gemeenschappelijk landbouwbeleid door te rekenen. In het model zijn historische effecten van het Europees landbouwbeleid verwerkt.