Europese lidstaten zijn het nog niet eens over de klimaat- en milieumaatregelen in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).
Europese landbouwministers staan niet eensgezind te popelen om een verplicht percentage van het landbouwbudget te gebruiken voor klimaat en milieu. De Finse landbouwminister Jari Leppä presenteerde vorige week als voorzitter het plan om een vast percentage van de directe betalingen en van het geld voor de plattelandsontwikkeling te reserveren voor maatregelen op gebied van klimaat en milieu.
Besprekingen over het meerjarig financieel kader
Een aantal lidstaten wil daar niet over praten, zolang niet duidelijk is wat er uiteindelijk op de landbouwbegroting beschikbaar is. Dat is afhankelijk van de uitkomsten van de besprekingen over het meerjarig financieel kader van de Europese Unie. Het zijn de regeringsleiders die daarover de onderhandelingen voeren. De landbouwministers kunnen vervolgens invulling geven aan het beschikbare budget.
Klimaatambitie neerleggen die duidelijk hoger is dan in het huidige GLB
Inzet Nederland
Landbouwminister Carola Schouten heeft begrip voor de aarzeling bij een deel van haar collega‘s. Maar tijdens de vergadering van landbouwministers gaf ze gisteren aan dat Nederland, ongeacht de omvang van de landbouwbegroting, vindt dat de wereldwijde uitdagingen op gebied van duurzaamheid dienen te worden opgepakt. “Ik denk dat de Europese Unie van ons, landbouwministers verlangt dat we in het nieuwe landbouwbeleid een milieu- en klimaatambitie neerleggen die duidelijk hoger is dan in het huidige GLB”, hield Schouten haar collega’s voor. Nederland is voorstander van een gemeenschappelijk minimum percentage van het landbouwbudget, dat wordt besteed aan milieu en klimaat. Het Nederlandse standpunt wordt onder andere gedeeld door Oostenrijk, Frankrijk en Duitsland.
Denemarken en Polen bepleitten dat het landbouwbudget ook aangewend moet kunnen worden om boeren te compenseren voor de eisen die worden opgelegd via de Vogel- en Habitatrichtlijn (Natura 2000) en de Kaderrichtlijn Water.
Lees verder onder de foto.
Niet vrijblijvend
Schouten wil dat lidstaten niet naar eigen inzicht wel of geen gebruik kunnen maken van de regelingen die de Europese Commissie in de voorlopige plannen heeft voorgesteld. Te veel vrijblijvendheid zou ertoe kunnen leiden dat sommige lidstaten zich nergens toe verplicht voelen en dat is niet wat Schouten graag ziet. De landbouwminister vindt dat regelingen wel duidelijk moeten bijdragen aan klimaat of milieu, om op de lijst van eco-regelingen te komen. Die lijst is wat Nederland betreft zo kort mogelijk. Agrarisch natuurbeheer hoort op dat lijstje, vindt Schouten.
Lidstaten moeten wel verplicht worden om eco-regelingen op te nemen in het Nationaal Strategisch Plan – een plan waarin lidstaten laten zien op welke manier zij invulling geven aan de Europese doelstellingen, onder meer op gebied van klimaat en milieu. Dat plan moet worden voorgelegd aan en goedgekeurd door de Europese Commissie.
Kleine boeren
De landbouwministers zijn ook verdeel over de eisen aan kleine boeren. Volgens een deel van de lidstaten, waaronder Polen, moeten kleine boeren niet of minder voorwaarden worden opgelegd voor het verkrijgen van de inkomenssteun. Het opleggen van onder andere klimaat- en milieueisen aan kleine boeren betekent dat er ook een zwaardere controlelast rust op de overheid. De Poolse landbouwminister Jan Krzysztof stelde de vraag of het geld naar de boeren moet gaan, of moet worden gereserveerd voor controles. “Ik denk dat we de boeren moeten steunen en de kleine bedrijven moeten uitsluiten van de voorwaarden.”