Ethanolfabriek en CO2-leverancier Abengoa maakt doorstart

De Rotterdamse bio-ethanolfabriek van Abengoa maakt een doorstart. Het bedrijf levert 300.000 ton CO2 aan tuinders.

Drie Belgische bedrijven Alcogroup, Vanden Avenne Commodities en Vandema kopen het bedrijf, dat in mei failliet ging. Volgens curator Carl Hamm willen de nieuwe eigenaren de fabriek voor het einde van het jaar volledig opstarten.

De fabriek is met een productiecapaciteit van 480 miljoen liter ethanol per jaar een van de grootsten in haar soort in Europa. Bij volledige benutting van de capaciteit wordt jaarlijks 1,2 miljoen ton graan gebruikt voor de productie. Het graan wordt wereldwijd ingekocht. Zowel tarwe als mais kan worden gebruikt als grondstof.

De fabriek kan ook 360.000 ton DDGS leveren. DDGS is een eiwitrijk ingrediënt voor veevoer en de beschikbaarheid in Nederland kwam enigszins onder druk toen de fabriek uit productie werd gehaald. Ten slotte levert de fabriek bij volle benutting jaarlijks 48 MW elektriciteit en 300.000 ton CO2 voor tuinders.

Massieve schuld terugbrengen naar behapbare proporties

De overname moet worden goedgekeurd door zowel de Nederlandse als de Duitse mededingingsautoriteit. Het faillissement vloeide voort uit de financiële problemen van de Spaanse moedermaatschappij van Abengoa. Het moederconcern kent zowel een grote energie- als een grote bouwdivisie.

Abengoa lijkt er ook in te slagen een viertal bio-ethanolfabrieken in de VS te verkopen. Het bedrijf meldt dat het $350 miljoen aan biedingen heeft ontvangen voor fabrieken in Illinois, Indiana en Nebraska. De verkopen moeten helpen een massieve schuld van bijna $15 miljard naar behapbare proporties terug te brengen.

Alcogroup wordt net als Abengoa en het Zweeds-Deense Lantmännen door de Europese Commissie verdacht van het maken van prijsafspraken.