‘Er valt nog een wereld te winnen met asperge’

Veel groenten zijn zeer goedkoop, zo ook asperges. Daartegenover staat dat goede teeltgrond schaarser en duurder wordt.

Voor goed personeel geldt hetzelfde: steeds minder beschikbaar, tegen hogere kosten. Dit jaar kregen we PlanetProof erbij, ook kostenverhogend. Het zou allemaal te verteren zijn als die extra kosten ook betaald zouden worden. Dat gebeurt niet, ondanks het vaak wel erg grote gat tussen de winkelprijs en de telerprijs.

Asperges zijn geen uitzondering. De prijzen zijn al weken veel te laag, ze gaan dik onder kostprijs weg. Niet alleen in Nederland, asperges zijn in heel Europa te goedkoop. Dat roept de gedachte op dat we met zijn allen wellicht te enthousiast zijn geweest met nieuwe aanplant.

Dat er lange tijd GMO-subsidie mogelijk was op de aanplant van meerjarige gewassen, heeft de zaak – met de kennis van nu – waarschijnlijk ook geen goed gedaan. Duitsland is in enkele jaren van 16.000 naar 25.000 à 30.000 hectare gegaan, met steeds beter producerende rassen, bij telers die de teelt prima onder de knie hebben. Het maakt dat men er onder groeizame omstandigheden, zoals nu (op 17 mei), zelfvoorzienend is.

Er is geen vraag naar Hollandse asperges, of ergens anders vandaan. Het omgekeerde zien we wel: Duitse telers bieden asperges aan voor verkoop in het buitenland. Wie had dat een paar jaar geleden kunnen bedenken!

Voldoende personeel inhuren

Loopt de productie onder invloed van het weer ineens flink op, dan is het belangrijk voldoende personeel beschikbaar te hebben. Opnieuw kijk ik naar Duitsland: een Poolse werker rijdt liever 400 kilometer om daar aan de gang te gaan dan 800 kilometer om in Nederland te steken.”

Desondanks is er voor onze eigen Nederlandse asperges nog een wereld te winnen: in Duitsland worden per persoon twee keer zoveel asperges gegeten. Dan moet het toch mogelijk zijn ook hier de consumptie te verhogen, met name boven de rivieren? De verkrijgbaarheid is er al verbeterd, maar de koopbereidheid kan beter. We zouden daarvoor veel meer promotieruimte moeten vrijmaken.