Akkerbouwers kunnen dit jaar geen gebruik meer maken van de equivalente maatregelen in het kader van het vijfde actieprogramma Nitraatrichtlijn.
Dat blijkt uit antwoorden van staatssecretaris Martijn van Dam (Economische Zaken) op vragen van Jaco Geurts (CDA).
Om de equivalente maatregelen ‘opbrengstafhankelijke gebruiksnormen’, ‘vervanging drijfmest’ en ‘rijenbemesting in mais’ toe te staan, moet de meststoffenwet worden aangepast. De verruimde mestnormen mogen in het kader van het nitraatrichtlijn alleen worden gebruikt als wetenschappelijk is bewezen dat er geen extra belasting voor het milieu ontstaat.
Wetenschappelijke onderbouwing liet op zich wachten
“De wetenschappelijk onderbouwing door de WUR was pas eind december 2015 compleet”, geeft Van Dam aan. Procedures om de wet aan te passen zullen snel gestart worden, maar duren volgens Van Dam ongeveer 6 en 9 maanden. “Als de gehele procedure in 2016 wordt afgerond, dan gelden de betreffende verhogingen van de gebruiksnormen bij toepassing van de equivalente maatregelen in 2016”, schrijft de staatssecretaris. Daarmee lijken de equivalente maatregelen voor teeltseizoen 2016 niet meer inzetbaar.
‘Invoering kan veel sneller’
SGP-Kamerlid Elbert Dijkgraaf kan dit niet accepteren. “Invoering kan veel sneller. Notificatie bij de EU is niet nodig en bovendien is voor de uitvoeringsregeling geen advies van de Raad van State nodig. De termijn voor terinzagelegging is zes weken”, aldus SGP. De partij wil dat de regeling nog voor de zomer van kracht wordt, zodat boeren er nog dit jaar van kunnen profiteren.
Ook Jaco Geurts (CDA) vindt het zeer teleurstellend. “We zijn hier al heel lang mee bezig. Het ziet er naar uit dat boeren dit jaar weer geen gebruik kunnen maken van de regels.” Geurts gaat kijken wanneer hij Van Dam hierover kan aanspreken.
Groot risico op overtreding van normen
Hoewel het de doelstelling is om de regelingen met terugwerkende kracht tot 1 januari 2016 in te laten gaan, nemen boeren die al gaan bemesten op basis van de ruimere normen een groot risico op overtreding van bemestingsnormen. Het ministerie raadt boeren ook niet aan om te gaan bemesten op basis van de voorliggende plannen.
Dit zijn de equivalente maatregelen
– Het gebruik van hogere gebruiksnormen bij aantoonbaar hogere opbrengsten bij de gewassen pootaardappel, consumptieaardappel, zetmeelaardappel, suikerbiet, wintertarwe, zomertarwe, wintergerst, zomergerst, maïs, bloemkool, broccoli, sla, prei, spinazie, andijvie, winterpeen/ waspeen en zaaiui).
– Vervanging van drijfmest door kunstmest, mineralenconcentraten of dunne fractie na mestscheiding, waarbij een extra stikstofnorm verkregen wordt. Onderbouwing voor deze maatregel ligt in het feit dat bij een reguliere aanwending van drijfmest een deel van de stikstofgift uit drijfmest buiten het groeiseizoen mineraliseert en potentieel kan uitspoelen. Door de drijfmest te vervangen worden deze verliezen vermeden.
– Bij rijenbemesting in mais mag een extra stikstofgebruiksnorm en tegelijkertijd extra fosfaatnorm worden gebruikt. Daarbij moeten zowel kunstmest als drijfmest via rijenbemesting worden toegediend.