Led-verlichting is een hype over de hele wereld. Al in 1927 vond de Rus Oleg Losev de lichtuitstralende diode uit. In het Russisch heet led-licht ‘svetadiod’. Maar dankzij de goedkope gloeilamp lieten wij ons niet gek maken. Het verbod op gloeilampen bracht hier verandering in.
De bewustwording van energiebesparing verspreidt zich over de wereld. De consument wordt er echter niet wijzer van. Led-lampen zijn zoveel duurder dat je uiteindelijk hetzelfde geld kwijt bent. De beloofde langere levensduur wordt vaak niet gehaald, door het aantal schakelmomenten. Niemand vertelt ons dat dit belangrijk is.
Steeds meer kunstlicht
In de tuinbouw wordt steeds meer gebruikgemaakt van kunstlicht. De enorme hoeveelheid energie die hiervoor nodig is, dwingt tot nadenken. Producenten van led verdringen zich om te mogen leveren. In de moderne kassen in het buitenland kom je veel proeven tegen met led-licht tussen de SON-T lampen. Vaak wordt zonder meten de aansluiting van de SON-T installatie gebruikt om een led-proef te doen. Behalve dat vaak de capaciteit niet vergelijkbaar is, wijkt ook het klimaat af van de rest van de kas. Dit kan nooit de basis zijn voor een grote investering die overstappen op led-belichting betekent.
‘Zomaar een kas met led-licht uitrusten is zelfmoord’
Led in kassen zal zeker de toekomst zijn. Maar zoals altijd moet er veel onderzocht worden. Zomaar een kas met led-licht uitrusten is zelfmoord. Er is al veel kennis, bijvoorbeeld bij Delphy. Jaarlijks worden er praktijkproeven opgezet in het Improvement Centre.
Vooral het missen van stralingswarmte van de SON-T lampen, net zoals we gewend zijn van de zon, vereist speciale maatregelen. Ook het herkennen van rijpe tomaten onder gekleurd licht vereist aandacht.
‘Ik heb nog geen leverancier gesproken die een levensduur garandeert’
En vergeet niet de levensduur van de installatie; als de lampen niet goed gekoeld worden, kan de levensduur erg tegenvallen. Ik heb nog geen leverancier gesproken die een levensduur garandeert. Want het is natuurlijk wel de bedoeling dat de teler wijzer wordt van innovatie en niet alleen het (denk)werk mag doen.