Stuwen omhoog en water in de sloot. Boeren en waterschappen proberen zoveel mogelijk water vast te houden, maar de droogte van 2018 is nog steeds voelbaar. Het nieuwe seizoen begint met een achterstand.
Wat de stand van het grondwater zal zijn dit voorjaar, is nog lastig te zeggen, maar de instanties zijn het erover eens: het groeiseizoen begint met een watertekort. Waterschappen voorspellen meer en eerdere beregeningsverboden. Kennisinstituten hebben berekend dat grondwaterstanden ver achter blijven bij de normale peilen. De getallen lopen uiteen van enkele tientallen centimeters, tot een schatting van 2 meter onder het reguliere peil. De grondwaterstanden blijven achter en het groeiseizoen begint met een tekort aan water in de grond.
Lees verder onder de foto
De zomer is geëindigd met een neerslagtekort van gemiddeld bijna 300 millimeter. Plaatselijk zijn de tekorten nog groter. De hoop is gevestigd op een natte winter, maar tot nog toe valt ook nu de neerslag tegen. Alleen in december regende het fors meer dan normaal. Januari was wederom droger dan normaal. Ook voor het restant van februari wordt niet veel regen verwacht.
De nazomer was droog, de eerste paar maanden van de winter ook. Normaal valt in de eerste 4 maanden na de zomer ruim 300 millimeter, tot nu toe is dit gemiddeld iets meer dan 200. Het KNMI spreekt tot nu toe van een droge winter.
Voor het Wetterskip Fryslân heeft boezembeheerder Pier Schaper de neerslagcijfers tegenover het resterende tekort gezet. Hij komt tot de conclusie dat medio februari het tekort nog altijd 18 millimeter is. Normaal gesproken is er sprake van een overschot van ongeveer 150 millimeter. “December was voor Friesland een erg natte maand, met wel 150 millimeter neerslag. Dat is voor ons positief, maar in andere delen van het land staat het er wellicht slechter voor.”
De Unie van Waterschappen is bezorgd over met name het oosten en zuiden van het land. De kans dat de grondwaterstanden op 1 april weer normaal zijn, is zeer klein, zodat al vanaf april onttrekkingsverboden voor grondwater te verwachten zijn.
Stuwen omhoog
Vrijwel in heel het land zetten waterschappen de stuwen omhoog, om slootpeilen op te krikken en het schaarse water zoveel mogelijk in de polders te houden. Het waterschap Limburg vraagt boeren in het werkgebied om de stuwen nog tot ‘na carnaval’ hoog te laten staan en te wachten met bemesten. Waterschap Rijn en IJssel, in de Achterhoek, stelt duikafsluiters beschikbaar.
Tijdelijke stuwen in Zeeland
In de Zeeuwse regio’s hebben boeren aardig wat ervaring met een tekort aan water. Zoet, bruikbaar water is daar schaars. Boeren in het werkgebied van Waterschap Scheldestromen, in Zeeuws Vlaanderen, werken sinds 3 jaar met tijdelijke stuwen. Een project opgezet door boeren om zoveel mogelijk bruikbaar zoet water vast te houden.
“Bij elke regendruppel die valt, moet je een afweging maken”, aldus Gert van Kralingen, bestuurder bij het waterschap. “Als er al te veel regen is gevallen, is de neiging al snel om het af te voeren naar de Ooster- en Westerschelde. Maar steeds meer komt het besef dat we dit overtollige water op een later moment weer nodig hebben.”
Diverse proefprojecten
Waar andere waterschappen in zo’n situatie water uit grote rivieren of het IJsselmeer kunnen halen, zoals afgelopen zomer veelvuldig gebeurde, is dit voor de Zeeuwse regio niet mogelijk. “Behalve in het oostelijk deel van de provincie, waar onder andere water uit het Volkerak-Zoommeer gebruikt kan worden, maar verder is het water simpelweg te zout. Boeren kunnen ook maar heel beperkt water oppompen uit de grond”, vertelt Van Kralingen. Verschillende proefprojecten zijn opgezet om water op te kunnen slaan of grondwater te kunnen gebruiken.
Lees verder onder de foto
In Zeeland leert de ervaring dat water een belangrijke factor is, waar niet alleen boeren bij betrokken zijn. “Ook de industrie en de drinkwatervoorziening trekken aan het schaarse water. Als waterschap moeten we werken aan de bewustwording hiervan, ook bij burgers.”
Opnieuw discussie over regionale waterverdeling
Veel waterschappen hebben een evaluatie op de afgelopen zomer losgelaten. De discussie over de waterverdeling moet misschien wel weer opnieuw gevoerd worden. Want behalve boeren, trekken ook bedrijven en sportclubs in droge periodes aan het schaarse water.
In dat geval treedt de nationale verdringingsreeks in werking. In 4 categorieën is vastgelegd welke functies van water voorrang hebben op andere. In de laatste 2 valt de landbouw, maar regionaal is afgesproken welke gewassen voorrang krijgen voor beregening. Onderlinge verschillen leiden tot onvrede bij boeren.
Teun de Jong, voorzitter van de Nederlandse Akkerbouw Vakbond, heeft zich afgelopen zomer verbaasd, vertelde hij op een regiobijeenkomst over water in Friesland. “In Friesland werd een beregeningsverbod afgekondigd, maar in Noord-Holland stonden de haspels te draaien om groenbemester te beregenen.”
Ook bedrijven uit de industrie, die veel water gebruiken voor het koelen van de systemen, roepen op om duidelijkheid over de verdringingsreeks.
Langetermijnplannen
Waterschappen zijn zich bewust van de huidige symptoombestrijding. Drainage en het uitbreiden van mogelijkheden om water te bergen worden genoemd om in de toekomst noodgrepen te voorkomen, maar ook kan er volgens de betrokkenen gewonnen worden met bodembeheer, het verhogen van het organischestofgehalte. In Zeeland wordt ook gekeken naar het gebruik van gezuiverd rioolwater en proceswater van bedrijven.
Volgens René Rijken van Brabantse Delta worden boeren zich steeds meer bewust van de waterschaarste in de regio. “Telers die normaal al regelmatig beregenen, denken nu na over een andere manier van water naar het gewas brengen. Bijvoorbeeld met druppelirrigatie of bevloeiing.”
Of de huidige inspanningen van boeren en waterschappen voldoende zijn, is een kwestie van afwachten. De hoop is op een goede zomer, die vooral niet te droog is.