Natuurrampen leiden in Afrika, Zuid-Amerika en Azië tot jaarlijks bijna € 3 miljard schade. Dat vertoont pieken en daardoor veranderende handelsstromen.
Dat berekende de Food and Agriculture Organization (FAO), onderdeel van de Verenigde Naties. In het rapport The impact of disasters and crisis on agriculture and food security schrijft de FAO dat groenten- en fruittelers in Zuid-Amerika en Cariben zeer kwetsbaar zijn voor schade door natuurrampen, voornamelijk droogte, stormen en overstromingen. De schade in dit werelddeel in groente en fruitteelt over tien jaar tot en met 2018 wordt geschat op circa 15 miljard dollar. Zuid-Amerika heeft een sterk accent op teelt voor de wereldhandel.
Afrika
In Afrika was de schade in groenten en fruit in die zelfde periode circa 5 miljard dollar. Dat is inclusief notenoogst. Een nieuwe natuurramp is volgens de onderzoekers de coronacrisis, een pandemie. Veel telers in Kenia die produceren voor de wereldmarkt konden door het wegvallen van vliegverkeer niet meer uitvoeren. Die schade is niet meegenomen in dit rapport. Het toont volgens onderzoekers wel goed hoe natuurrampen internationale handelsstromen raken.
Meeste rampen in China
China loopt de hoogste risico’s op teeltschade door aardbevingen, veel overstromingen en stormen (typhoons). Het land is extreem kwetsbaar voor natuurrampen. Daar wordt de schade door natuurrampen in groenteteelt alleen al € 12 miljard geschat in de periode 2008 tot en met 2018.
Typhoons
Door hogere zeewatertemparatuur zorgen typhoons in China voor steeds meer schade, terwijl winterse buien steeds extremer worden en droogte toeneemt. Het aantal grote en middelgrote natuurrampen per jaar in China is 27. Dat is bijna 6 keer zo hoog als landen in gebieden met hogere inkomens.
Omdat China veel schade in plantaardige producties registreert, is het verlies aan calorieën door rampen wel relatief laag. Dat zou hoger zijn als de dierhouderij zwaarder getroffen was door natuurrampen.
Sprinkhaanplagen niet meegenomen
Het onderzoek keek naar jaren tot en met 2018. In dat jaar was het aantal Atlantische stormen hoger dan ooit en zagen telers in Afrika grote schade aan hun oogsten door sprinkhaanplagen. Dat kwam bovenop de coronacrisis. Daarom zijn maatregelen nodig, concluderen onderzoekers. “Rampen eisen levens, maar verwoesten ook de bestaansmiddelen op het platteland, vernietigen voedsel en doen de honger toenemen.”