De zuiverchloormethode biedt de mogelijkheid om voedingswater te ontsmetten zonder de nadelen die aan de huidige methoden kleven.
De methode voegt geen ballaststoffen toe, er wordt geen chloraat gevormd en is van de ‘in-situ-gegenereerde biociden’ de enige met een legale status.
De methode is (net als ECA-water) gebaseerd op de elektrolyse van pekelwater (precursor). Maar bij de zuiverchloormethode wordt alleen het vrijkomende chloorgas opgenomen in het water. Daardoor is de methode niet ec-verhogend. ECA-water is dat wel omdat de gehele precursor, inclusief de onbedoelde ballaststoffen, in het voedingswater terecht komt. Dat is ook de reden dat bij ECA-water kaliumchloride wordt gebruikt omdat verhoging van het natriumcijfer ongewenst is. Maar de precursor kaliumchloride heeft geen legale status zoals blijkt uit de wettelijke bepalingen van het Ctgb, tenzij de apparatuur een toelating heeft. Tot nu toe is geen enkel ECA-apparaat toegelaten als ontsmetter. De zuiverchloormethode kan gebruik maken van het veel goedkopere natriumchloride (keukenzout). Het heeft daardoor bovendien geen toelating nodig als ‘in-situ-gegenereerde biocide’-toepassing.
Geen chloraatvorming
Een ander groot voordeel van de zuiverchloormethode is het (nagenoeg) ontbreken van chloraat in het druppelwater. Daardoor komt het in het geoogste product ook niet voor. Het zuivere chloor (Cl2) lost meteen op in het proceswater, zonder tussentijdse opslag. De vorming van chloraat is niet te voorkomen wanneer gebruik wordt gemaakt van (geconcentreerde) vloeibare chloorproducten, zoals ECA-water. Dat afbraakproces begint al bij de aanmaak van ECA-water omdat de temperatuur bij de elektrolyse hoog oploopt. Het gaat door tijdens opslag in het voorraadvat bij een hoge concentratie.
Limieten
De chloraat-limieten zijn momenteel per land vast gesteld tot de EU het centraal heeft geregeld. NVWA heeft voor Nederland de interventiewaarden voor chloraat vastgesteld. Voor alle plantaardige producten is een maximum van 0,1 milligram per kilo vastgesteld, maar voor groenten is dat 2,5 keer zoveel (0,25 mg/kg) en in wortelen twee keer zoveel (0,2 mg/kg). Voor de meeste glasgroentetelers zijn deze normen goed haalbaar. De vraag is hoe lang deze ruime normen houdbaar zijn en of retailers er genoegen mee nemen.
Goede praktijkervaringen
De zuiverchloormethode is ontwikkeld in de zwembadwereld. Tuinbouwtoeleverancier KaRo in Zwaagdijk pikte het idee op en ontwikkelde samen met waterbehandelingsspecialist Zilvold uit Elburg de zuiver-chloor-unit (ZCU) voor de tuinbouw. Tot nu toe hebben drie bedrijven een ZCU staan: zaadvermeerderaar (tomaat, paprika, komkommer) Cees Balk in Wervershoof, zijn buurman Monkey Flower (gerbera) en tulpenbroeierij Kreuk in Andijk. Hun ervaringen zijn bijzonder positief.
Lees meer over de zuiverchloorunit in het magazine van ‘Groenten & Fruit’ dat deze week verschijnt.
Meer uitleg over de methode is te vinden in de fotoreportage van de ZCU in de praktijk.