Geplande grote aanpassingen in energiebelasting voor glastuinbouw in 2025 leiden tot een ander energieverbruik voor warmte.
Onderzoekers van TNO onderzochten de effecten van het coalitieakkoord van dit kabinet. Daarin is het afschaffen van het verlaagde energiebelastingtarief opgenomen voor glastuinbouw, plus afschaffing van de energiebelasting voor de gasinput in wkk’s.
Het effect op het energieverbruik van die maatregelen voor glastuinbouw is door TNO doorgerekend in het rapport ‘Doelstelling groei hernieuwbare warmte’. Het levert een besparing op van 18 PJ energie, waarvan een derde het gevolg is van extra inzet van hernieuwbare warmte zoals geothermie. De overige daling van het energieverbruik is het gevolg van energiebesparing op de bedrijven en bedrijfssluiting. Een raming van deze beide effecten geven de onderzoekers niet. De onderzoekers gaan wel uit van een conservatieve schatting van het aandeel hernieuwbare energie.
Naast geothermie wordt ook restwarmte hernieuwbare warmte genoemd. De Europese Commissie staat toe dat deze warmte meetelt in de verduurzamingsdoelen. In 2030 is voor deze warmtevorm ook wel een forse stijging voorzien door aanleg van het warmtenetwerk WarmtelinQ in Westland en Oostland. Daarmee stijgt het gebruik van restwarmte in 2030 met 1,9 PJ. Toch voegt restwarmte volgens de onderzoekers nog altijd relatief weinig toe aan de verduurzamingsdoelen.
Dat is anders dan elektrificatie. TNO verwacht dat door elektrificatie wel een grote bijdrage aan verduurzamingsdoelen voor warmte kan worden bereikt, vooral in de industrie.
In de landbouw (voornamelijk glastuinbouw) is het aandeel hernieuwbare warmte 13,7%. In de industrie is dat percentage lager (4,0%). Het totale gemiddelde in Nederland ligt op 7,8%.
Lees meer over het thema energie via GFactueel.nl/energie/