Courgetteteler Paul Janssen in Hunsel zet jaarlijks 3 hoofdplantingen, steeds met 6 weken tussen opeenvolgende teelten. De weersomstandigheden zijn daarbij van grote invloed op de groei- en ontwikkelsnelheid van de gewassen.
Doordat april en mei relatief koel bleven, begon de oogst in de vroege teelt (start 10 april) in de tweede week van juni. Dat is een week later dan gemiddeld, want normaal kunnen de eerste courgettes begin juni gesneden worden. Vervolgens loopt de oogst dan nog 5 à 6 weken door.
Oogsten lopen in elkaar over
De tweede, middelste, planting (van begin mei) groeide door het warme weer in juni juist heel snel: de eerste courgettes waren daardoor al na 5 weken oogstrijp, dat is een week eerder dan gemiddeld. “Door de latere start van de eerste planting, zou je in dat gewas ook langer kunnen doorgaan met oogsten, maar vanwege de beschikbare arbeid was dat niet te combineren met de oogst van de tweede planting.
Om problemen te voorkomen hebben we de eerste planting vervroegd geruimd. Dat was overigens geen groot bezwaar, want de grond voor de vroegste planting wordt ook weer gebruikt voor de laatste planting. Die planting kan nu wat vroeger starten, waardoor de oogst ook wat naar voren wordt getrokken. Normaal start die begin september, dat zou nu al eind augustus kunnen. Dat is ook hard nodig, om een dip in de oogst te voorkomen. Want het snelle oogstbegin van de tweede planting betekent ook dat je sneller klaar bent met oogsten, doordat de vruchten opraken en doordat de kwaliteit minder wordt. Dan wil je graag starten in de volgende planting.”
Een goede vlakligging is belangrijk, want de folielegmachine is nogal gevoelig voor ongelijkheid
De rassen voor de middelste en laatste planting zijn Aloha en, net als voor de vroegste planting, Ladoga. Die zijn in vergelijking met de vroege rassen als Sanabria en Milos wat minder gevoelig voor koude nachten. “Dat is nu nog niet aan de orde, maar in september wel. Zakt de nachttemperatuur dan onder 10 graden met overdag weinig zonuren, gebeurt er met de groei niet veel meer.”
Biologisch afbreekbaar
Op de grond ligt biologisch afbreekbare folie, deze bedekking is goed te combineren met de gemiddelde levensduur van een planting van 12 weken (6 weken tot oogst, 6 weken vanaf begin oogst). De na de eerste planting vrijkomende grond wordt weer plantklaar gelegd door te frezen, te woelen, en vervolgens te ploegen. Vervolgens komt er nieuwe folie op. Verder wordt na de freesbewerking de doorgaans kurkdroge grond vaak eerst nog beregend. “Een goede vlakligging is belangrijk, want de folielegmachine is nogal gevoelig voor ongelijkheid. Het woelen gebeurt onder andere om de grond onder de oogstpaadjes goed los te maken. We rijden er niet met zware machines doorheen, maar wel dagelijks.”
We proberen dat gewas gezond te houden met bladmeststoffen
Groei tegen meeldauw
In tegenstelling tot vorig jaar, vormt luis tot op heden nog geen probleem. “De omstandigheden zijn dit jaar niet veel naders dan in 2018, over een maand kan de druk juist weer wel hoog zijn.
Een ander issue is meeldauw. In de vroege teelt was het geen probleem. Verder is belangrijk dat je het gewas aan de groei houdt met bemesten en beregenen. In de vroege en middelste teelt spuiten we minimaal tegen meeldauw, in de late teelt is vanwege vochtige omstandigheden een bespuiting wel nodig. We proberen dat gewas gezond te houden met bladmeststoffen. Maar als je daarin zo lang mogelijk doorgaat met oogsten, neemt ook het besmettingsrisico toe.”
Auteur: Joost Stallen