“Misschien wel 50 jaar”, zo lang wordt op het bedrijf van Visser in De Heen (in het westen van Noord-Brabant) al spruitkool geteeld. “Vroeger werd dat uitbesteed aan het personeel om ook in de winter aan de gang te kunnen blijven”, weet Pieter-Jan Visser.
Pieter-Jan teelt met zijn broer Hubert naast spruitkool ook aardappelen, suikerbieten, chicorei, wintertarwe en, dit jaar voor het eerst, ook zomergerst. Tot vorig jaar bevatte het gewassenlijstje ook nog ijsbergsla, maar daar is een streep onder gezet. Het werd steeds lastiger om een gemotiveerde, op elkaar ingewerkte groep oogstpersoneel bij elkaar te krijgen, vandaar. De eerste van de circa 25 hectare spruitkool wordt vanaf eind oktober geplukt, de laatste oogst valt normaliter eind februari. “We willen eerst de andere teelten aan de kant hebben”, verklaart Visser het begin van de eerste spruitenpluk.
Voorjaar ploegen
De teelt staat op zeeklei, met een zwaarte die uiteenloopt van 10 tot 50% afslibbare delen. Zeker voor spruitkool wordt die bij voorkeur (pas) in het voorjaar geploegd, om ruimte te geven aan groenbemesters, maar vooral voor de aanvoer van organische mest voorafgaand aan de teelt. Dat kan vloeibare mest zijn, of vast materiaal. “We werken al jaren met de gescheiden, vaste fractie die overblijft van de suikerindustrie. Spruitkool doet het daar erg goed op, vanwege de stikstof en kali in het product, en omdat 40% van de stikstof langzaam vrijkomt. Dat geeft een egale groei van het gewas.”
Grondbewerking voor planten
Dit jaar gingen de eerste spruitkoolplanten op 22 april de grond in, van het ras Hemera. “Die kun je vanaf 1 april planten, dan zou de oogst zowat tegelijk met die van Albarus moeten zijn. Na Hemera worden Albarus, Clodius en Aurelius geplant. Personeel is voor deze klus geen probleem, met scholieren in de meivakantie, plus wat familie. Voorafgaand aan het planten wordt de meeste grond voorbewerkt met een voorzetwoeler om de grond te lichten en te breken en bewerkt met een kopeg. Tijdens het planten wordt de grond nogmaals bewerkt, dan met de kopeg voorop de trekker. Tegelijk wordt ook bemest met urean, de voorraadtank hiervan zit bovenop de kopeg. De giftgrootte met urean (39% N) is afhankelijk van de aard van de organische bemesting en het ras. De chemische onkruidbestrijding gaat met Butisan S + Centium.
Kwalitatief goed water
In de twee polders waarin Visser actief is, kan worden beregend. Dat gaat met kwalitatief altijd goed water uit het in het Volkerak afwaterende Mark-Vlietsysteem, of met water uit Rijn/Schelde-kanaal. “In dit kanaalwater kan bij een bij een lage doorstroomsnelheid het natriumgehalte wel oplopen.”
Auteur: Joost Stallen