De eerste paal van een Chinees trainingscentrum is gisteren geslagen in Lansingerland. Precies op het stukje grond waar een tuindersfamilie decennia lang werkte en leefde.
Ze zijn bijzonder en waardevol. Die tuinbouwbedrijven waar je als journalist zo maar kan binnenvallen voor een praatje. Waar de koffie altijd klaarstaat en je wat kan filosoferen over de toekomst van de tuinbouw. Mensen die hard werken en je als schrijver inspireren om een onderwerp aan te pakken en uit te diepen. Ik koester zulke contacten.
Jaren geleden leerde ik de familie Bergenhenegouwen kennen. Eerst de zoon, later de vader. De jonge ondernemer die, na een pittige opleiding en heel veel kansen, besloot om in de voetsporen van zijn vader te stappen. Ondanks de risico’s stimuleerde zijn vader die stap en gaf hem de ruimte.
Naast het runnen van een druk tuinbouwbedrijf staken zij veel energie in samenwerking tussen komkommertelers, om meer eenheid te bereiken binnen de immer verdeelde sector. Hun inzet voor het algemeen belang is groot. Dat feit alleen verdient alle waardering. Helaas voor hen was het vechten tegen de bierkaai en de Ehec-crisis zorgde uiteindelijk voor de nekslag.
Eerste paal
Hoe schrijnend is het bericht dat de gemeente Lansingerland op datzelfde moment een Chinees bedrijf actief assisteert in de keuze voor de ideale locatie in Berkel en Rodenrijs, omdat het een waardevolle aanvulling is op het tuinbouwcluster Lansingerland. Zij laten hun oog vallen op het bedrijf van deze familie en kiezen precies de plek waar het huis van vader staat. Bij het slaan van de eerste paal lachen twee nieuwe eigenaren, samen met gedeputeerde Govert Veldhuijzen en Burgemeester Ewald van Vliet voldaan over het bereikte resultaat.
Realiteit van de dag
Het bericht dat de komkommertelers na lange tijden van onzekerheid toch nog vrij plotseling hun bedrijf moesten verlaten, heeft natuurlijk nooit de kranten gehaald. Het is natuurlijk vele malen gemakkelijker een positief bericht de wereld in te sturen dan de realiteit van de dag in beeld te brengen.
Achter de schermen kan er natuurlijk veel meer. Ik zou het bijvoorbeeld een groots gebaar vinden als Veldhuijzen en Van Vliet op een achternamiddag eens een bakkie koffie zouden gaan drinken bij deze familie. Gewoon om eens te informeren hoe het met ze gaat en ze te bedanken voor alles wat zij jarenlang bestuurlijk en menselijk voor de sector hebben betekend.