“Het lijkt hier wel het epicentrum van neerslag.” In één zin typeert Joop Litjens de toestand op zijn percelen venkel.
“Het begon in Ysselsteyn met een bui van 100 millimeter, daarna werden we in Veulen en Leunen ook goed bedeeld. In de twee weken erna hebben we regelmatig behoorlijke buien gehad, ik schat dat we in totaal nu op zo’n 200 millimeter zitten. De grond is verzadigd, geultjes graven helpt niet meer. Daarmee loopt het water wat op het perceel staat weg, maar niet wat de grond inmiddels allemaal heeft opgenomen.”
Slechtste voorjaar ooit
Het is dus ploeteren met oogsten, maar zo goed en zo kwaad als dat ging is alle venkel wel met de klembandrooier van het veld gehaald. “Er zijn halve rijen blijven staan, omdat je pas halverwege kon inzetten. Er zijn ook stukken verhageld.” Een dag werd helemaal niet gerooid om met acht man personeel geultjes te graven. “Toen had dat nog zin, de dag erna kon je weer rooien.”
Voorlopig zijn de problemen nog niet achter de rug. “In eerste instantie ging het erom gewassen te kunnen rooien. Nu praten we over jongere gewassen die 14 dagen met hun voeten in de modder hebben gestaan. Ik voorzie daar dadelijk grote problemen mee. Dit is het slechtste voorjaar dat ik ooit heb meegemaakt en met de gevolgen zitten we voorlopig nog wel een tijdje.”
Noodgedwongen een proef
Qua afzet startte het seizoen nog redelijk. “De eerste dagen liep de afzet via Fossa Eugenia qua prijsvorming nog goed. Toen we echter productie begonnen te krijgen, zakte de prijsvorming in en begonnen we te kampen met het water.” Dat had ook zijn effect op het ter plaatse zaaien. “We hebben dat twee weken moeten uitstellen. Uiteindelijk zijn we begonnen op een perceel dat een collega mij ter beschikking heeft gesteld en op een perceel dat wij bijna dagelijks hebben gecultivatord om het droog genoeg te krijgen. Op zaterdag 11 juni hebben we daar gezaaid nadat we met een vaste tand cultivator het zaaibed hadden gemaakt. Noodgedwongen een soort van proef.”
Onverschrokken natuurgeweld
Op vrijdag 10 juni waren de weersomstandigheden wél gunstig. “We hebben toen zoveel mogelijk geschoffeld, ook om lucht in die dichtgeslagen grond te krijgen en de venkel een opkikker te geven. Dat lukt allemaal maar ten delen en het onkruid schiet er dan mooi tussendoor. Het is wat het is, tegen dit natuurgeweld valt niets te beginnen.”
AUTEUR: STAN VERSTEGEN