Een verpachter van een glastuinbouwbedrijf rekent met € 14,50 per meter een juiste pachtprijs, oordeelt de Centrale Grondkamer. Over de berekeningswijze en afschrijvingstermijnen ontstond discussie.
De pachter en verpachter kwamen beide in beroep tegen een beslissing van de grondkamer Zuidwest om de pacht tegen een lagere prijs dan € 14,50 in te schijven. De berekening van de verpachter die leidde tot de pachtprijs van € 14,50 werd niet geaccepteerd. Deze zou tot te hoge tarieven leiden.
De verpachter en pachter zijn gelieerd aan elkaar. De pachter is een dochterbedrijf, waardoor de hoogst mogelijke prijs in het voordeel is van beiden, op bedrijfseconomische gronden. Bij € 14.50 per meter bedroeg de jaarlijkse pacht € 1.042.550 voor het bedrijf met ruim 7 hectare kassen. De pachtkamer kwam tot een maximale pacht van iets meer dan € 900.000.
Niet altijd afschrijvingsduur 15 jaar
Bij de vaststelling van de hoogst toelaatbare pachtprijs voor de glasopstanden moet voor de verschillende onderdelen van de glasopstanden worden uitgegaan van verschillende afschrijvingsduren. Er kan niet worden uitgegaan van één gemiddelde afschrijvingsduur, oordeelt de Centrale Grondkamer. Daarmee heeft de verpachter gelijk gekregen. Voor de afschrijvingsduur wordt verwezen naar de Kwantitatieve Informatie voor de glastuinbouw (KWIN Glastuinbouw).