Weer een Haagse bemiddelaar die een lans breekt voor meer dialoog tussen de culturen van stad en platteland. Van harde en kille cijfers nar zachte en warme waarden. Ja, lekker.
Het Landbouwakkoord dat er niet kwam, houdt de gemoederen in Den Haag nog steeds bezig. De Tweede Kamer debatteerde er nog maar eens over en op 5 juli kwam de onafhankelijk voorzitter Chris Kalden met zijn officieel verslag van hoe de onderhandelingen aan de verschillende tafels verlopen waren. En zijn kijk op hoe nu verder.
De oud-topambtenaar van het ministerie van LNV tapte daarbij uit hetzelfde vaatje als stikstofgespreksleider Johan Remkes. Naast de harde kant van het debat in economische en ecologische cijfers is er ook een zachte kant. Dat is de kant van de cultuur en de intermenselijke relaties.
‘Veel meer dan voor de laagst mogelijke kostprijs de hoogst mogelijke opbrengst’
“De betekenis van het landelijk gebied, van landbouw en van landbouwers voor onze samenleving komt op waardenniveau nauwelijks aan bod”, schrijft Kalden. “Agri-cultuur is het bewerken en beheren van de aarde. Dat is veel meer dan voor de laagst mogelijke kostprijs de hoogst mogelijke opbrengst van het land te halen.”
Remkes begon vorig jaar over De Kloof. Tussen stedeling en plattelander. Tussen boer en politiek. Tussen het westen en het oosten van ons land. Kalden heeft ook een drieklapper van dergelijke schijnbare tegenstellingen: “Gebruik culturele interventies om te helpen ontmoetingen tussen stad en land, landbouw en natuur, productie en consumptie te laten ontstaan om het debat over land en landbouw te verrijken.”
‘Mensen met een grote culturele bagage’
Hij pleit voor een ‘actieve rol van mensen met een grote culturele bagage bij het debat over de toekomst van onze landbouw en ons platteland’. Hoe we dat tot nu toe inkleden werkt niet, meent Kalden: “Het is opvallend dat het grote aantal bestaande activiteiten vanuit de land- en tuinbouw (‘Kom in de kas’, Campina-open boerderijdagen, Dutch Food Week, etc.) weinig impact lijkt te hebben op de algemene verhoudingen.”
Dat moet dan verholpen worden met een bredere, maatschappelijke dialoog, bijvoorbeeld met een burgerforum en met investeren in educatieve programma’s voor een jonge generatie, ‘zodat ook stadskinderen weten waar hun voedsel vandaan komt’. Maar is het wel echt zo mis als Kalden nu en Remkes vorig jaar denken dat het is? Hoezo weinig impact op ‘de algemene verhoudingen’?
Zie de brede steun voor BBB
Afgezien van de langzaam afnemende maatschappelijke steun voor de boze protestboer, is er nauwelijks sprake van een algemene weerstand bij de gemiddelde Nederlander tegen boeren en tuinders. Zie de brede steun voor BBB in álle provincies en in dorpen én steden.
Overvloed aan goede intenties
Dat het nu al een paar jaar hard tegen hard gaat over die harde economische en ecologische cijfers, beneemt wel het zicht op de positieve intenties die door het gros van de boeren en tuinders worden gedeeld met het gros van de burgers. Als Kalden dat óók bedoelt met de zachte kant van het debat dan heeft hij groot gelijk. Maar als je de tekst leest van dat concept-akkoord, dat al voor 95% voor elkaar was, dan kun je je wel afvragen of die zachte, positieve, bereidwillige kant echt zo weinig aan bod is gekomen.