De markt eist bij de productie en verwerking van groenten en fruit meer aandacht voor milieu.
Teeltbedrijven moeten hun bedrijfsvoering verantwoorden met certificeringen zoals PlanetProof. Dat vraagt aanpassingen, een auditeur komt langs om te zien of je het goed doet en zo zijn er meer aspecten die de kostprijs opjagen. Maar wie betaalt de prijs voor deze opgelegde aanpassingen? Het was een van de vragen die centraal stond op het onlangs in Rotterdam gehouden Nationaal Groente en Fruit Congres. Voor mij is het antwoord simpel. De producent maakt die kosten. Maar hij kan ze niet doorberekenen. Supermarkten hebben de mond vol van verduurzaming, maar de bal ligt consequent bij de telers. Dat wringt.
Certificeren als een vorm van samenwerking
Certificering
Het budget voor de uitvoering van The way tot PlanetProof ligt ook volledig bij de producenten. Maar het zijn de supermarkten die verplichtingen opleggen tot het doen van extra inspanningen. Betaal de daaruit voortvloeiende rekening dan ook maar. Dat is niet alleen eerlijk, maar het is ook goed voor de bereidwilligheid van de teeltbedrijven mee te denken en mee te doen: geen opgelegde druk om te certificeren, maar certificeren als een vorm van samenwerking.
Onderscheiden van concurrenten
Die coöperatieve houding zou dan niet alleen moeten gelden voor PlanetProof. Want supermarkten blijven zoeken naar mogelijkheden zich te profileren, en zich te onderscheiden van hun concurrenten. Dat gaat niet veranderen, dus is het wachten op de volgende certificeringsronde.
Potentiële opvolgers houden het voor gezien
Uitdijende regeldruk
Het is een van de factoren die bijdragen aan een continu oplopende kostprijs en uitdijende regeldruk. Ik zie om me heen dat telers er geen zin meer in hebben, of besluiten om er maar mee op te houden. Teelten en kennis verdwijnen, potentiële opvolgers houden het voor gezien voordat ze zijn begonnen. Hoe nadelig is dat, want het resulteert in steeds minder ‘eigen’ aanbod voor een nog steeds toenemende groep binnenlandse consumenten. Dan kun je tegen de klippen op willen certificeren, maar wordt het eindresultaat steeds minder, voor de Nederlandse telers, voor retail, en voor de consument.