De teelt van zachtfruit in Duitsland krimpt in. De snel afnemende beschikbaarheid van voldoende gewasbeschermingsmiddelen, óók voor biologische bedrijven, is daarvan een belangrijke oorzaak.
Dat stelt Adrian Engel van de Landwirtschaftskammer Nordrhein-Westfalen. De gewasbeschermingsexpert in overheidsdienst ziet de regels rond de herbeoordeling van middelen als een reden voor veel familiebedrijven om het bijltje erbij neer te gooien. Op de Duitse markt worden Duitse kersen en frambozen uit de open teelten steeds schaarser, ten gunste van producten uit Marokko en Turkije, aldus Engel in Qualitas, het magazine van duurzaamheidskeurmerk Qualität und Sicherheit.
Overeind blijven met tijdelijke vrijstellingen
Alleen met tijdelijke vrijstellingen voor het gebruik van regulier niet in de teelten toegelaten middelen kunnen de zachtfruittelers hun teelten nog tot een economisch en kwalitatief goed einde brengen. Dat geldt ook voor biologische bedrijven. De middelen die voor de biologische teelt zijn toegelaten, verliezen ook hun toelating als de toelatinghouder geen nieuw onderzoek doet.
Zo zijn koperproducten in Duitsland in de hoogste risicogroep voor bijentoxiciteit terecht gekomen, nadat de overheid extra veiligheidsstandaarden heeft ingesteld en de toelatinghouders geen aanvullende veiligheidsonderzoeken hebben laten doen. Zonder dat extra onderzoek rangschikt de Duitse toelatingsinstantie een middel automatisch in de B1 categorie van hoogste schadelijkheid.
Bijen alsnog de klos
Als fruitbedrijven stoppen en er maisakkers voor in de plaats komen, dan is de bij per saldo nog meer de klos door het verlies aan agrarische biodiversiteit op het platteland van Nordrhein-Westfalen. Met mechanische onkruidbestrijding en nieuwe groene middelen maken de Duitse teeltbedrijven volgens Engel wel vorderingen. Maar voor bepaalde plagen zoals de suzuki- fruitvlieg en de frambozenkever blijft de achtervang van een effectief chemisch middel nodig.
