Andere jaren hebben ze in drogere perioden aan 2 beregeningshaspels haspels genoeg, stelt Toon Hop in Wagenberg vast, deze keer is er een derde exemplaar bij ingezet. Het is weliswaar een oud beestje met beperkte mogelijkheden, maar alle beetjes helpen op dit moment. En zo niet, dan geeft het toch moed.
Moed is na 5 weken hele lange dagen onderhand wel nodig, naast stressbestendigheid en doorzettingsvermogen. Hop heeft het aantal extra uren dat hij de laatste weken aan het beregenen heeft besteed, eens opgeteld. Dat is een fiks aantal, meldt hij, “maar schrijf dat maar niet op”.
De belasting zit hem niet alleen in het extra werk, maar er wordt ook veel gevraagd van het materieel. Het is passen en meten met de inzet van de trekkers, want het gewone werk gaat immers ook door. Het reguliere onderhoud van de bedrijfsuitrusting is al helemaal niet in beeld, het is vooral hopen dat alles heel blijft.
De grond wil niet
Toon teelt met zijn ouders en zus Maaike in Wagenberg andijvie en prei. Juist voor dit laatste gewas zijn dit belangrijke weken, omdat in deze periode veel plantingen de grond in moeten. Dat is vanwege de droogte feitelijk niet mogelijk. De prei staat hier op wat zwaardere grond, en daarom op aardappelruggen in ponsgaten. In de droge grond ruggen trekken is zinloos, en een plantgat valt direct weer in elkaar. Daarom moet er eerst water op, minimaal zo’n 30 millimeter. Pas dan kun je weer wat proberen.
Met de complimenten
Met de beschikbaarheid van slootwater zit het gelukkig goed. “Eerlijk is eerlijk, het waterschap (Brabantse Delta) verdient een compliment. Ze krijgen het nog steeds voor elkaar voor voldoende water te zorgen.” Het gasolieverbruik voor de beregening zit nu op zo’n 3000 liter, schat Hop. Grijnzend: “Van alle boeren beleven de olieboeren nu de mooiste tijden.”