‘Draad vol houden na Botrytis-uitval’

Het komkommergewas heeft nog slechts enkele weken te gaan, tot aan de teeltwisseling voor de tweede en laatste teelt. “Het raakt nu toch wel versleten.” Ook ontstond er behoorlijk veel wegval van planten als gevolg van Botrytis. “Dat was in april ontstaan. Daarna droogden de Botrytis-plekken mooi op en hielden we het onder controle. Maar begin juni werd het nat, vochtig en warm weer. Toen zijn er een heleboel planten omgegaan. En nu, met dit hete weer, geven een aantal verzwakte planten het ook nog op.”

Productie ingeleverd

Stouten heeft de goede planten zo veel mogelijk verspreid over de gewasdraad. “We proberen de draad vol te houden. Dat helpt wel om verliezen op te vangen, maar je levert toch wat kilo’s in. We liepen eerst voor op vorig jaar, maar dat voordeel in productie hebben we vanwege die Botrytis weer moeten inleveren.” Terwijl sommige plekken in de kas aandacht vragen om gaten op te vullen, is er in paden met weinig plantuitval daarentegen soms juist nog actie nodig om het gewas open te houden.

Bontvirus

Aan ziektes zit er verder wat aantasting van komkommerbontvirus in het gewas. De teelt hobbelt daar nog redelijk doorheen. “Al zie je wel, bij de paden waar het virus als eerste is begonnen, dat je er daar geen goede komkommer meer uit snijdt.” Dat is echter geen reden om de teelt dan maar eerder te beëindigen. “We pakken de pijn nu maar. Want je wilt de tweede teelt wel door kunnen trekken tot eind oktober of begin november. Dan moet je niet eerder gaan planten dan 15 juli.”

Resistent ras

Tijdens de teeltwisseling worden geen rigoureuze maatregelen genomen om het virus weer kwijt te raken. “Het gebruik van een virusresistent ras zal het moeten doen. Verder gaan we nog wel een keer waterstofperoxyde spuiten, wat ook schimmels doodt. Daarbij passen we ook nog een cocktail toe met wat middelen tegen trips en luis, en meestal nog Steward tegen wantsen.”

Plagen onder controle

Met plagen is het nu overigens rustig. Spint, trips en wittevlieg zijn onder controle en veroorzaken geen problemen. Waarbij de teler blij is met de vrijstelling voor Verimark, zodat er meer afwisseling in middelen mogelijk is bij de luisbeheersing.

Temperatuurinstellingen

Het gewas komt met 19 graden Celsius de nacht uit. Een halve graad daarboven wordt er dan al vrij snel weggelucht. ’s Avonds gaat de temperatuurinstelling naar 16 graden, om vanaf halverwege de nacht weer rustig op te bouwen richting de 19 graden, wat rond 06.00 uur wordt bereikt.

Felle instraling wegschermen

Ter bescherming tegen felle instraling gaat het schermdoek op zonnige dagen grotendeels dicht boven de 500 watt instraling. “Met heel warm weer doen we het al voor de warmte dicht. Dan spaar je het gewas, in plaats van het klimaat eerst schraal te laten worden in de kas.”

Ketel op laagste pitje

Als de ramen voor meer dan 30% open gaan, wordt de CO2-dosering teruggeschroefd. “We gaan niet ten koste van alles een bepaald CO2-niveau handhaven.” Dat heeft hij altijd al zo gedaan, maar met de huidige hoge gasprijzen wordt dat alleen nog maar zinvoller. “Wel blijft de ketel meestal op het laagste pitje branden, om toch wat activiteit in het gewas te houden.”

EC verlagen

Met zulke dagen wordt de EC, die normaal op 3 mS/cm zit, verlaagd naar een EC van 2,5 om het gewas te helpen. Het aantal beurten kan met warme zonnige weersomstandigheden soms toenemen tot eens in het kwartier of zelfs eens in de 10 tot 12 minuten, wat zeker op het drogere Perliet-substraat nodig is.

Auteur: Peter Visser