De uitspraak van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) in de paprikakartelzaak in 2012 was zo onduidelijk dat beroepszaken sindsdien anders lopen.
De partijen die beticht werden van prijsafspraken rond paprika, konden in 2012 direct beroep aantekenen bij de rechtbank van Rotterdam en de interne ACM-bezwaarprocedure overslaan. De rechter moest echter twee keer de ACM vragen zaken te verduidelijken, of de uitspraak te repareren, waardoor de rechter kritisicher is over deze vorm van direct beroep.
Sindsdien is het moeilijker voor partijen om de uitspraak van de ACM direct aan te vechten bij de rechter. Dat is de uitkomst van promotie-onderzoek van Annalies Outhuijse. Zij promoveerde afgelopen zomer op het onderzoek naar beroep en bezwaar tegen ACM-uitspraken, maar door een nieuw kartelonderzoek in de agrarische sector is de bevinding over het paprikakartel opnieuw actueel geworden.
Veel lagere boetes
Zes jaar geleden oordeelde de rechtbank van Rotterdam dat ACM opnieuw moest kijken naar de boetes in de paprikakartelzaak. Boetes waren gebaseerd op omzetten en niet op provisies van de bedrijven. Pas in 2016 kwam het tot een schikking in deze zaak en werd betrokken telersverenigingen een veel lagere boete opgelegd. Het handelen van de ACM in deze zaak heeft geleid tot een andere manier van het aanvechten van de uitspraken van karteluitspraken. Veel vaker wordt nu eerst de interne beroepsprocedure ingezet, aldus Outhuijse.
Afschrikkend effect
NRC Handelsblad schreef maandag 18 november over het grote aantal kartelzaken dat voor de rechter een lagere boete krijgt. Outhuijse wordt daarin opgevoerd. Het afschrikkende effect van kartelaanpak door ACM zou kleiner zijn geworden door de boeteverlagingen. Toch blijven de meeste zaken inhoudelijk overeind, zoals ook bij de kartelzaak in paprika. De prijsafspraken zijn immers wel aangetoond door ACM.