Dit wordt het jaar van de waarheid voor mijn vleestomaten

Wim Hooymans in Pijnacker heeft voor het tweede opvolgende jaar een nieuw ras gekozen voor de teelt van vleestomaten. Na een jaar Altadena heeft hij op 17 december het nieuwe ras Ducovery (op onderstam Maxifort) geplant op zijn bedrijf van 2,7 hectare.

Het grote probleem met Altadena is dat hij eigenlijk niet gekopt kan worden in combinatie met enten. Want 20 % van de planten geeft geen scheuten en bij 40 % groeit de kop eruit na de eerste tros. Een ander nadeel is dat de vruchten zo vast zitten dat je met de andere hand de tros moet vasthouden om de plant niet te beschadigen tijdens het plukken. Ducovery heeft als voordeel dat hij meeldauwtolerant is zodat ik minder hoef te zwavelen en de biologie het beter doet. Dat wordt steeds belangrijker omdat er nog maar weinig correctiemiddelen zijn. Ik heb nog nooit zoveel wittevlieg (Bemisia) gehad als vorig jaar. Dat heeft me 5 kilo per vierkante meter aan productie gekost.

Tanend product

Van Ducovery had ik vorig jaar een rij staan. In productie laat hij misschien 1 of 2 kilo per vierkante meter liggen, maar daar staan de genoemde voordelen tegenover. Ook de houdbaarheid is gewoon goed. Voordeel daarbij is dat we de 3xB en 4xB rechtstreeks in de eindverpakking oogsten, dat is 80% van het geheel. De 7-kilo in een laag gelegde tomaten worden in de schuur nog nagewogen. Maar het is de vraag hoe lang we nog doorgaan met vleestomaten. Het is een tanend product. De middenprijs moet hoger liggen dan trostomaten en andere losse tomaten omdat er meer werk inzit en we niet de topproducties van trostomaten halen. Dit wordt het jaar van de waarheid voor mijn vleestomaten.

Tempo houden

De planten (gezaaid op 31 oktober) zijn mooi afgeleverd, al ziet het er bij vleestomaten nooit zo strak uit als bij trostomaten. De geënt-gekopte planten hadden allemaal twee goede scheuten. De onderste tros is er voor 95 % aangekomen en hebben we op 3 gesnoeid. Net als vorig jaar komen we wat open vruchten tegen waar we bij het snoeien rekening mee houden. Het is bijna altijd alleen de eerste vrucht van de tros. De tweede tros staat nu ook in bloei. Ik verwacht dat die vruchten wel allemaal goed worden. Ook deze tros wordt nog op 3 gesnoeid.

De teelt is dit jaar een week later gestart dan andere jaren. Zo kan ik tot in februari hoge temperaturen blijven aanhouden zodat de plant snelheid houdt en niet gaat stapelen en uit balans raakt. Om die reden ligt er ook weer een vast folie onder het beweegbare scherm met verschillende patronen van perforaties: van 10 bij 10 rond het middenpad tot 40 bij 40 centimeter bij de gevels. De ervaring leert dat de temperatuur zo mooi homogeen is. Ik hoop het folie nog weken te kunnen gebruiken. Er hangen al condensdruppels aan maar het blijft toch nog redelijk droog doordat ik een strook boven het middenpad heb opengetrokken. Ik kan ook nog gaan luchten boven het folie.

Blaadje uit de kop

Net als anders startte de teelt met etmalen van 19 tot 20 graden, maar ik moest nu toch eerder gas terugnemen omdat het blad fijner was en wat meer omhoog stond zodat het gewas er ieler en grateriger uitzag dan ik gewend ben. Dat zal ook wel met de donkere tweede helft van december te maken hebben. Nu wordt de kop iedere dag steviger. De kopdiameter is nu ongeveer 1 centimeter. Dat is eigenlijk wel goed. De plant moet ook niet te snel zwaarder worden want dan worden de bloemen te vegetatief en krijg je problemen met de zetting. We halen nu iedere twee weken een blaadje uit de kop om de trossen meer licht te geven en het gewas generatief te sturen. Er staat een voornacht ingesteld van 15 graden. In het tweede deel van de nacht gaat de kastemperatuur naar 17 graden en overdag stijgt hij naar 20 tot 21 graden (om 12 tot 14 uur), met een lichtverhoging van 2 tot 3 graden. Op een zonnige dag mag het best wel 25 graden worden.

Niet nog een rotjaar

Door spaarzaam water te geven is de eerste tros er goed aangekomen. Het cellofaantje onder de potten is pas vorige week verwijderd waarna de planten snel zijn ingeworteld. Na een week water geven naar behoefte is nu de fase aangebroken van interen. Het watergehalte in de matten gaat in 2 tot 3 weken van 85 % naar 60 %. Als de vierde tot vijfde tros bloeit, moet je voorzichtig gaan worden want de hoeken die verder zijn kunnen dan gemakkelijk te donker komen staan.

Door de redelijk lange teeltwisseling zijn er zo te zien weinig beestjes overgebleven van de vorige teelt. Ik heb nog geen mineervlieg en wittevlieg gezien. Vorig jaar was qua gewasbescherming een rotjaar. Dat wil ik niet nog eens meemaken. Ik ben voor de zekerheid ook geswitcht van bioleverancier. Er wordt al regelmatig een mengsel van Encarsia en Erethmocerus sluipwespen ingebracht en eerdaags komt de Macrolophus erbij.