Doorgaan naar artikel

Dit moet je weten voordat je een waterput slaat

Beregenen met grondwater is in tijden van langdurige droogte vaak de enige optie. Maar waterschappen stellen (sterk wisselende) voorwaarden en het mag niet overal. Bekijk van tevoren hoe het zit.

Bij lang aanhoudende droogte rinkelen de telefoons bij bronboorbedrijven. Boeren en tuinders willen met spoed een beregeningsput laten aanleggen; een patroon dat veel bronboorbedrijven herkennen.

Vervolgens haken veel bellers af als ze horen dat er toestemming nodig is van het waterschap, die wel weken kan duren, of omdat het na een paar weken toch weer gaat regenen.

Ook in dit jaar met extreme droogte is dat aan de orde. Sommige boeren en tuinders halen alsnog de soms verstofte regeninstallatie uit de schuur als blijkt dat de droogte veel erger is dan andere jaren. Tegen die tijd is beregenen met oppervlaktewater vaak al aan banden gelegd.

Waar in Nederland geldt nog steeds een beregeningsverbod? Bekijk het overzicht

Aangescherpte eisen beregeningsbronnen

Grondwater is dan de nog enige mogelijkheid in veel regio’s, sowieso in de hoger gelegen gebieden in Oost- en Zuid-Nederland. Los van de afweging of het rendement van beregenen de moeite is, moeten boeren en tuinders die een waterbron willen aanleggen doorgaans een melding doen of een vergunning aanvragen bij hun waterschap.

Waterschappen gaan daar verschillend mee om. Dat varieert van een volledige stop voor nieuwe beregeningsbronnen tot maxima aan de te onttrekken hoeveelheid water en verder nauwelijks eisen. De tendens is wel dat de eisen aangescherpt worden.
Lees verder onder de foto’s

Het boren van een beregeningsput in het Limburgse Weert; 48 meter diep is deze bron die in een dag is geboord. - Foto: Bert Jansen

Het boren van een beregeningsput in het Limburgse Weert; 48 meter diep is deze bron die in een dag is geboord. – Foto: Bert Jansen

Waterschappen gaan over grondwater

De waterschappen zijn samen met de provincies en het Rijk verantwoordelijk voor het beheer van het grondwater. In het Deltaplan Zoetwater kijken deze partijen naar de beschikbaarheid en verdeling van zoetwater. Volgens het plan is inspanning van alle betrokkenen nodig om ook op lange termijn op een betaalbare manier over genoeg zoetwater te kunnen beschikken.

Volgens hydroloog Anton Bartelds van Waterschap Hunze en Aa’s, is ‘zijn’ waterschap juist blij met de grondwateronttrekking in de veenkoloniën.

“De onttrekking daar leidt niet tot schade. Het grondwater vult zich snel aan in de winter. Doordat er in het voorjaar en de zomer veel grondwater wordt gebruikt, hoeven wij in de zomer minder water aan te voeren en in winter minder water af te voeren”, aldus Bartelds.

Water voor landbouw, bescherming voor natuur

Waterschap Aa en Maas wil dat grondwateronttrekking voor de landbouw niet ten koste gaat van natuur die afhankelijk is van grondwater en de grondwatervoorraad. Aa en Maas noemt het dan ook belangrijk dat de landbouw waterbesparende en waterconserverende maatregelen neemt.

René Rijken, accountmanager voor de agrarische sector bij waterschap Brabantse Delta noemt ook het belang van stimuleringsmaatregelen voor boeren. “Het is belangrijk dat de bodemkwaliteit verbetert, waardoor water vastgehouden wordt door de bodem, als een soort spons”, aldus Rijken.

In veel streken is het beregenen van gewassen met oppervlaktewater niet meer toegestaan zodra het echt droog begint te worden. - Foto: Hans Prinsen

In veel streken is het beregenen van gewassen met oppervlaktewater niet meer toegestaan zodra het echt droog begint te worden. – Foto: Hans Prinsen

Tanja Smits, vakspecialist vergunningen en plantoetsing bij Waterschap Limburg vindt het gebruik van grondwater in de landbouw ‘volstrekt acceptabel’. “Het gebruik kan worden beperkt in tijden van extreme droogte, maar daar gaat het waterschap alleen toe over in het uiterste geval”, aldus Smits.

Een woordvoerder van waterschap Rijn en IJssel laat weten dat volgens het waterschap grondwater zo lang mogelijk beschikbaar moet blijven voor de landbouw: “Landbouw mag onttrekken waar het kan, maar we moeten de natuur beschermen waar het moet.”

Welke regels stellen waterschappen aan grondwaterput?

Het slaan van een put voor het onttrekken van grondwater mag niet zomaar. De procedures, voorwaarden en regels voor het slaan van een waterput zijn per waterschap verschillend.

De waterschappen delen de verantwoordelijkheid voor het grondwater in de regionale watersystemen met de provincies. De provincies gaan over grote industriële onttrekkingen van meer dan 150.000 kuub per jaar, voor de openbare drinkwatervoorzieningen en bodemenergiesystemen. Over de overige grondwateronttrekkingen hebben de waterschappen het bevoegde gezag.

Niet overal nieuwe putten toegestaan

Elk waterschap hanteert eigen voorwaarden en regels. In Limburg mogen er helemaal geen nieuwe putten bij komen. Putten mogen hier, onder voorwaarden, wel verplaatst worden. Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden staat geen nieuwe putten toe wanneer er alternatieven zijn.

Soms vergunning nodig, soms volstaat melding

Er is niet altijd een vergunning nodig voor het slaan van een grondwaterput, in de meeste gevallen is een melding voldoende. Uit die melding moet onder meer blijken wat het doel van de nieuwe waterput is, waar de nieuwe put precies komt te liggen, wat de pompcapaciteit is per uur en wat de diepte is van de put.

“In Brabant moet een boer of tuinder bij een melding ook een bedrijfswaterplan indienen bij het betreffende waterschap”, aldus Janneke Nooren van waterschap Brabantse Delta.

Hierin staat beschreven welke waterconserverende en -besparende maatregelen hij of zij neemt. De waterschappen in Noord-Brabant hebben daarnaast de regel dat er maar één put per 5 hectare mag zijn.

Het boren van een beregeningsput. - Foto: Bert Jansen

Het boren van een beregeningsput. – Foto: Bert Jansen

Verschillende regels binnen waterschap

Niet alleen tussen de 21 waterschappen, maar ook binnen een waterschapsgebied zijn er verschillende regels voor het gebruik van grondwater. In bepaalde beschermde (natuur)gebieden hebben waterschappen, bijvoorbeeld de Brabantse waterschappen en Rijn en IJssel, een standstill ingesteld voor het slaan van grondwaterputten. Bij andere waterschappen is er een vergunning nodig voor het slaan van een put in een beschermd (natuur)gebied.

Pompcapaciteit en diepte put

Een vergunning moet soms ook worden aangevraagd vanaf een bepaalde pompcapaciteit. In Waterschap Rivierenland moet bijvoorbeeld een vergunningaanvraag worden ingediend bij een pompcapaciteit vanaf 60 kuub per uur.

Regels zijn er ook voor de diepte van de put. Per gebied verschilt de minimale of maximale diepte. Boringen moeten in veel gevallen uitgevoerd worden door een gecertificeerd bedrijf.

Check het volgende voordat u een put slaat:

  • in welke gebieden binnen het waterschap het toegestaan is een put te slaan;
  • of een melding voldoende is of dat een vergunning nodig is;
  • welke informatie u moet aanleveren bij een aanvraag of melding;
  • op welke diepte de put geslagen moet of mag worden;
  • hoe lang het duurt voordat een melding verwerkt is of een vergunning wordt verleend (melding: over het algemeen 2 tot 4 weken, vergunning: tot 8 weken);
  • check welke regels uw waterschap stelt voor het registreren van de wateronttrekking.

LTO: grondwater moet optie blijven

Beregenen met grondwater moet nu en in de toekomst mogelijk blijven, is het standpunt van LTO Nederland. Beregenen met grondwater en de voorwaarden die daarbij horen is een van de belangrijke punten voor de evaluatie van de droogtemaatregelen. Die evaluatie houden overheid, bedrijfsleven en waterschappen dit najaar, aldus Trienke Elshof, portefeuillehouder Ondernemen in een gezonde Omgeving van LTO Nederland. Elshof zit aan tafel namens LTO bij alle overleg dat er momenteel is over droogte en maatregelen die genomen worden. “Grondwaterbronnen zijn er niet voor niets. Als oppervlaktewater geen optie is, dan is grondwater hard nodig voor beregening van gewassen”, aldus Elshof.

Verschillen tussen waterschappen

De discussie over grondwater moet wat LTO betreft ook gaan over de verschillen tussen waterschappen. “Dan gaat het bijvoorbeeld om verschillen in vergunningsbeleid zoals wel of geen nieuwe bronnen, het verplaatsen van bronnen en de situatie bij droogtegevoelige natuurgebieden. En bij de afweging moet ook betrokken worden dat de landbouw goed is voor slechts 15% van de onttrekking van grondwater”, zegt Elshof,

“We moeten aan de slag om beter voorbereid te zijn op langere droge perioden, om de waterverdeling goed te regelen en om verzilting te voorkomen. Nu kosten zelfs simpele maatregelen die in de praktijk helpen vaak veel te veel tijd. Wat ons betreft mag er aan overheidszijde wel een tandje sneller gewerkt worden.”

Voor telers van relatief dure gewassen zoals pootaardappelen en bloembollen is beregenen in veel gevallen wel rendabel en gebeurt dat ook op grote schaal. - Foto: ANP

Voor telers van relatief dure gewassen zoals pootaardappelen en bloembollen is beregenen in veel gevallen wel rendabel en gebeurt dat ook op grote schaal. – Foto: ANP

Mais beregenen eerder rendabel

Bij de afweging wel of niet beregenen spelen – naast het directe rendement – emoties van de boer een rol, stellen adviseurs vast. Voor telers van relatief dure gewassen zoals pootaardappelen en bloembollen is beregenen in veel gevallen wel rendabel en gebeurt dat ook op grote schaal.

Voor ruwvoer ligt dat anders. Daar speelt ook de inschatting van het risico op verdrogen, de ruwvoervoorraad en met name de regio en grondsoort een grote rol in de afweging. “Boeren en tuinders die de spullen hebben en kunnen beregenen, rekenen er dan niet veel aan, het gevoel in zo’n droog jaar als nu is dan vaak leidend”, stelt Erik van Gorp, adviseur melkveehouderij bij Abab Accountants vast.

Beregenen kan fors verschil maken

Op grasland is tegen de huidige droogte geen beregening opgewassen, in ieder geval niet voor ruwvoerwinning. Met beregenen kan de graszode wel (grotendeels) behouden blijven.

Beregenen op maisland kan sneller uit, ook als rekening wordt gehouden met het platrijden van een paar rijen. “De groei blijft erin en vooral tijdens de kolfzetting en -vulling kan beregenen een fors verschil maken voor opbrengst en vooral kwaliteit”, aldus Van Gorp.

Wat kost beregening per hectare?

Voor het beregenen van gewassen zijn allerlei kostenberekeningen.

De kosten zijn van veel factoren afhankelijk, zoals de regeninstallatie zelf en of er een bron bij huis of in een veldkavel is. Of beregenen rendabel is, verschilt ook sterk per situatie en grondsoort.

Kosten tussen € 100 en € 150 per hectare

Leo Tjoonk, ruwvoerdeskundige van Agrifirm hanteert als vuistregel dat beregenen met een elektrische pomp uitkomt op circa € 100 per hectare. Beregenen met een dieselpomp kan volgens hem oplopen naar € 150 per hectare. Dat is het bedrag per beregeningsbeurt waarbij zo’n 25 millimeter water per hectare wordt gesproeid.

Mais beregenen

“Voor effectief beregenen moest mais dit jaar op zandgrond al gauw 3 keer worden beregend”, rekent Tjoonk voor. “In de praktijk is beregenen het effectiefst op mais tijdens de belangrijke groeimomenten. Net na de bloei tijdens de korrelzetting en vulling van de kolf wordt de meeste voederwaarde aan gezet. Dan kan beregenen het verschil maken.”

Op basis van de kosten en bij een maisprijs van € 75 per ton heb je ook een extra opbrengst nodig van 2 tot 2,5 ton droge stof per hectare mais extra ten opzichte van niet beregenen, volgens Tjoonk.

Om mais rendabel te beregenen, heb je een extra opbrengst nodig van 2 tot 2,5 ton droge stof per hectare. - Foto: Henk Riswick

Om mais rendabel te beregenen, heb je een extra opbrengst nodig van 2 tot 2,5 ton droge stof per hectare. – Foto: Henk Riswick

Grasland beregenen

Dergelijke meeropbrengsten zijn bij grasland niet haalbaar. “Grasland kan relatief goed tegen droogte, ook al neemt de opbrengst wel enorm af.”

“Met beregenen is het vooral een kwestie van groen houden, zeker op droge zandgrond. Dat kan dan het verschil maken als het weer gaat regenen en alsnog een snede gras schelen. In extreme situaties zoals dit jaar kan het ook het verschil maken tussen wel of niet opnieuw inzaaien.”

Advies aan boer en tuinder: mogelijkheden afwegen

Het advies aan boeren is om in ieder geval de voor- en nadelen en mogelijkheden van een grondwaterbron eens op een rij te zetten. Daarbij hoort in de eerste plaats de inventarisatie van wat er mogelijk is in het waterschapsgebied waar het bedrijf ligt.

“Kijk daarbij of er wel een nieuwe bron geslagen mag worden of dat een bestaande bron verplaatst mag worden”, is het advies van Renske van Eldik, juridisch adviseur bij Abab, “En of een bestaande bron wel geregistreerd is als dat moet van het waterschap. Wel of geen bron bij een perceel speelt zeker in Brabant al mee bij de aankoop of huur van grond.”

Boringsbedrijf extreem druk met beregeningsputten

Luuk Sijben heeft in een dag tijd een beregeningsput geboord voor fruitteler en akkerbouwer Ton Princen in Weert (Limburg).

Bijna 50 meter diep is de put geworden om een goede grondwaterlaag aan te boren. “Een vrij normale diepte in deze streek”, zegt Sijben. Het is de zoveelste beregeningsput deze zomer. “Dit jaar is het extreem druk met het boren van bronnen”, vertelt Sijben die samen met zijn vader bronnen boort.

Luuk Sijben (28) van het bedrijf Pieter Sijben Bronboringen in het Limburgse Neer. - Foto: Bert Jansen

Luuk Sijben (28) van het bedrijf Pieter Sijben Bronboringen in het Limburgse Neer. – Foto: Bert Jansen

Pulsboren

Ze werken volgens de traditionele pulsmethode die vooral geschikt is voor het boren van bronnen in grindrijke gebieden zoals in Limburg. Met deze manier wordt een mantel in de grond geboord met relatief weinig watergebruik tijdens het boren.

Met pulsboren kan exact worden bepaald waar de watervoerende lagen zich bevinden. Ook is er weinig vermenging van lagen tijdens het boren. “Pulsboren wordt daarom veel gebruikt voor milieuwerk”, vertelt Sijben.

Ook brandputten en putten voor grondmonsters

Deze zomer zijn ze vooral druk met beregeningsbronnen. In normale jaren is circa 60% tot 70% van het werk het boren van putten voor beregening, 30% van de boringen gaat om brandputten en circa 10% van het werk betreft milieuwerk voor peilingen en grondmonsters.

Tarieven

De pulsboortechniek is iets duurder dan andere methodes zoals het spuitboren. Sijben rekent met een starttarief van rond € 85 per meter diepte, dat is inclusief afwerking van de put na het boren. Een put zoals afgelopen week van circa 50 meter diep komt dan op een totaalprijs van € 4.250.

De opdrachtgevers zijn zelf verantwoordelijk voor de noodzakelijke vergunningen.

Mede-auteur: Carolien Kloosterman

Share this

Afbeelding
Wim Esselink

Voormalig redacteur

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin