Met vernieuwingen zoals de digitale klok waardoor kopers uit de hele wereld op afstand kunnen kopen, waait er een frisse wind bij Veiling Zaltbommel. Dat zorgt ervoor dat de omzet en het aantal nieuwe leden sterk groeit, stelt veilingdirecteur Gerard van den Anker.
Als je met directeur Gerard van den Anker van Veiling Zaltbommel op een van de veildagen door de veilinghal loopt, waan je je bijna terug in de tijd. Een grote diversiteit aan producten op kavel die worden herverdeeld op de pallets voor de kopers die ze net op de veilingklok gekocht hebben.
Echter, de ingrijpende verbouwing van de afmijnzaal voor een nieuwe digitale klok laat zien dat het een moderne veiling is. De gedreven veilingdirecteur vertelt met veel enthousiasme over de oude grondbeginselen zoals voor de laagste kosten op een voor de leden erg transparante wijze de hoogste prijs realiseren.
Toen veiling Zaltbommel niet meefuseerde in The Greenery zagen sommigen dat als een soort sterfhuisconstructie, want te klein om te kunnen overleven.
“Veiling Zaltbommel heeft doelbewust gekozen om zelfstandig te blijven. De tijd heeft geleerd dat het de juiste keuze is geweest. De geschiedenis van fusies leert dat groter lang niet altijd beter is. Door de sterke groei van ons ledenaantal merken we dat veel ondernemers in de voedingstuinbouw dit ook zo ervaren. Als veiling communiceren we vijf punten die voor telers reden zijn om lid van onze veiling te worden: prijs, communicatie, flexibiliteit, zeggenschap en kwaliteit. En deze punten slaan aan.”
Telers kennen de prijs waarvoor product naar de eindafnemer gaat
Een eerlijke en transparante prijsvorming is toch iets wat heel normaal is voor een afzetcoöperatie met telers als leden?
“De praktijk leert dat het anders is. Bij de klok is het heel duidelijk wat de verkoopprijs is, maar bij ons is dat ook bij het product wat wij bemiddelen. Bij onze veiling krijgt een lid heel transparant en open te weten voor welke prijs zijn product naar de eindafnemer gaat. De uitbetaalprijs is deze prijs minus de provisie. Bij andere coöperaties die veel meer een handelshuis zijn geworden, zie je dat de uitbetaalprijs aan de teler wordt gecommuniceerd, maar het voor het lid onbekend blijft wat de eindafnemer, een supermarkt bijvoorbeeld, betaald heeft. Als zoiets niet transparant is, heeft de verkooporganisatie kennelijk wat te verbergen. Ze willen vermoedelijk geen inzicht geven in wat voor handelsmarge ze voor het eigen handelsbedrijf hanteren.”
Bij andere veilingen is de veilingklok allang of recent van de muur gehaald. Waarom is bij Veiling Zaltbommel de klok zo belangrijk? En waarom investeren jullie nu volop in een nieuwe digitale veilingklok?
“De klok neemt nog steeds een centrale plaats in bij onze veiling. We zijn nu de afmijnzaal aan het verbouwen en merken dat we in het aantal zitplaatsen echt niet terug kunnen. Op veildagen zit de afmijnzaal vaak nog vol met kopers en commissionairs. Naast klokverkoop verkopen we ook veel product via bemiddeling. Eigenlijk mag het lid zelf kiezen voor de verkoopwijze. Dat kan bijvoorbeeld ook via houtverkoop of via de digitale marktplaats Service2fruit. En Service2fruit blijft desgewenst gewoon product van leden verkopen, ook al hebben we nu een eigen digitale klok.”
“Groot voordeel van onze eigen digitale klok is dat we nu veel meer kopers in heel Europa en zelfs daarbuiten trekken die anders geen tijd of zin hadden om in Zaltbommel in de afmijnzaal te gaan zitten. Als veiling zitten we in Zaltbommel vlak bij de A2 op een ideale AA-locatie uit oogpunt van logistiek. Dus als een buitenlandse koper digitaal een paar pallets koopt dan komen er veel vrachtwagens langs die ze wel even vlot kunnen oppikken.”
Lukt het om als afzetorganisatie een meerprijs te realiseren voor telers die duurzamer produceren?
“Wij verplichten onze leden niet om vanwege duurzaamheid of handelsbelangen zich te certificeren. Leden mogen zelf kiezen welke certificaten ze willen. Wel wijzen we ze erop goed in de gaten te houden voor welke markt ze produceren. Zonder certificaat als PlanetProof zul je moeilijker leveren aan Nederlandse supermarkten. Maar als je vooral voor het buitenland produceert heb je veel minder problemen als je het niet hebt.”
“Alle ontwikkelingen rond biologische teelt laten zien dat de politiek en beleidsmakers hoge doelstellingen voor een veel grote aandeel biologische landbouw in Europa en ook Nederland kiezen. Maar in de praktijk groeit de afzet van biologisch amper meer of krimpt zelfs. Je kunt de markt niet dwingen om meer voor biologisch en andere groene certificaten te laten betalen. Als veiling kiezen we voor besteding van de subsidiegelden vanuit SIG&F, de eerdere GMO-gelden, op de bedrijven van de leden. Die kunnen daar onder andere hun groene of marktgerichte investeringen mee doen.”
Onze belangenbehartigers moeten meer de impact van het verdwijnen van middelen laten zien
Om te kunnen investeren is ook wel langetermijnperspectief nodig. Geeft de Nederlandse en Europese politiek dat perspectief nog wel?
“Meer helderheid zou fijn zijn over de vraag of wij in Nederland wel voedsel willen blijven produceren. Als het antwoord daarop ja is, dan moet het beleid daarop worden aangepast. Dus dat vraagt om een goed toelatingsbeleid voor gewasbeschermingsmiddelen en personeelskosten die niet veel hoger liggen dan voor buitenlandse telers. Is het antwoord nee, dan lever je jezelf uit aan het buitenland. Je ziet nu al de productie van producten als frambozen en aardbeien, die voor onze veiling met veel zachtfruit belangrijk zijn, deels verplaatsen naar landen als Marokko en andere Noord-Afrikaanse landen. Die zie ik niet als landen waarop je kunt vertrouwen dat ze altijd leveren aan Europese afnemers.”
Beter beleid, heeft de sector dat ook zelf in handen?
“Over bijvoorbeeld het toelatingsbeleid van gewasbeschermingsmiddelen moeten onze belangenbehartigers meer de impact van het verdwijnen van middelen laten zien. Politici en beleidsmakers hebben meestal onvoldoende in de gaten hoe groot de gevolgen van het wegvallen van middelen zijn en denken dat het wel meevalt. Als belangenbehartigers moet je juist de impact goed tussen hun oren zien te krijgen. En de boodschap echt maar blijven herhalen, om ook het wensdenken dat de consument de verdere verduurzaming van de teelt vlot gaat betalen door te prikken.”
We worden volop benaderd door raseigenaren, maar het botst nog weleens met onze principes
De bereidheid van de consument om voor rassen met extra kwaliteiten te betalen, dat lijkt oké. Hoe staat Zaltbommel in die clubrassentrend?
“Wat niet iedereen weet, is dat het frambozenras Kwanza een merk is van onze veiling. Als ras vrij te telen, maar verkoop onder merk Kwanza mag alleen door veiling Zaltbommel. Maar in algemeen doen we wat minder met clubrassen. We worden wel volop benaderd door raseigenaren, maar het botst nog weleens met onze principes. Het belang van meer geld verdienen en het bewust niet kiezen voor transparantie door de raseigenaren kan het belang van flexibiliteit, transparantie en voor weinig kosten verkopen voor de leden/telers schaden. Wel zijn we als voorbeeld actief in de verkoop van het ras Bonita, maar daarvan hebben we niet de exclusieve verkooprechten. Bonita is een interessant schurftresistent appelras wat bij ons regelmatig voor de klok komt.”
Hoe zie je de toekomst van veiling Zaltbommel? Wat is het zogenoemde stipje op de horizon?
“Afgelopen jaren hebben wel laten zien hoe lastig de toekomst te voorspellen is. Zaken als de energiecrisis en veel andere zaken met veel impact waren niet te voorspellen. Hierdoor is het lastig om een realistisch stipje op de horizon te zetten. Voor ons het vrij simpel: ons doel is voor bestaande en nieuwe leden de hoogste verkoopprijs tegen de laagste kosten te realiseren. En als er heel veel nieuwe leden bijkomen, groeien we erg hard en als het er wat minder zijn, dan groeien we minder hard. Maar vertrouwen in onze toekomst als relatief kleine, maar wel groeiende verkoopcoöperatie is er overduidelijk.”